39
de
j
opdat de eerlijke hahdel niet het slachtoffer worde van
bedriegelijke praktijken van enkelen.
V. tot de Tweede Kamer der Staten-Generaalhaar
adhaesie betuigende met het voorloopig verslag over het
wetsontwerp tot regeling der heffing voor het gebruik van
wegen vaarten havens kaaien sluizenbruggen veren
en dergelijke inrichtingen, waarvan het onderhoud door den
Staat wordt bekostigd en zulks naar aanleiding van een
aan de Kamer gericht adres der Vereeniging voor de behar
tiging der stoomvaartbelangen in Nederland, waarin ver
schillende bedenkingen tegen dat wetsvoorstel werden geop
perd. Ook de Kamer meende dat de schipperij in verhouding
tot andere bedrijven onevenredig hoog wordt belast, en dat
vele heffingen die het vervoer te water drukken, dagteekenen
uit den tijd toen de scheepvaart het monopolie van het
vervoer had. Op die gronden gaf zij de Tweede Kamer in
overweging, het voorgedragen wetsontwerp, waarbij die
heffingen meerendeels werden bestendigd, haar goedkeuring
te onthouden, opdat onze verkeerswegen te water en te land
bevrijd mogen worden van alle belemmeringen, die de vrije
ontwikkeling van handel en nijverheid in den weg staan
en provincale en gemeentebesturen een voorbeeld worde
gegeven tot intrekking der door hen te dezer zake geheven
belastingen.
VI. tot Gedeputeerde Staten van Zuidholland, met het
verzoek om bij de voorgenomen vaartverbetering tusschen
Rijn en Schie den onderhouw voor de Geestbrug en Tolbrug,
onder de gemeente Rijswijkzoodanig te doen inrichtenj,
dat genoemde bruggen later zonder groote kosten bij ge
bleken noodzakelijkheid, beweegbaar zouden kunnen worden
gemaakt. Daar zulks geschied was ten opzichte der Kerk
en Wyckerbruggen te Voorburgachtte de Kamer zich
gerechtigd om op verzoek der Schippersvereeniging „Schut-
tevaer” gezegd voorstel te doen.
VII. tot Mr. B. M. Bahlmann lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaalnaar aanleiding van het door hem
ingediend wetsvoorstel tot voorziening in den kwijnenden
toestand van sommige takken van landbouw. De Kamer
erkende dat zij in beginsel protectionistisch gezind was