55
J
Het aantal proefputt n werd uitgebreid.
Ter verkrijging van de noodige gegevens omtrent
de vraag, op welke diepte in de toekomst het water
uit de duinen behoort te worden getrokken, zijn
in de zeeduinen een reeks proefputten aangelegd,
die geregeld zijn opgenomen; de uitkomst dier op
nemingen kan nog niet met juistheid worden mede
gedeeld, zoodat de opgaven van den waterstand in
de verschillende proefputten, gewoonlijk voorko
mende in de staten II, III en IV, eerst in het vol
gend verslag kunnen worden vermeld.
Voor een verbeterden aanvoer van duinwater werd
de hoofdleiding bij de Witte brug gesplitst in 2 hoofd
leidingen van dezelfde afmeting, waarvan de eene
thans loopt door de Scheveningsche boscbjes en door de
Kerkhoflaau in aansluiting met de in 1889 gelegde
hoofdbuis in den Ouden Scheveningschen weg.
Eene uitvoerige mededeeling komt in het verslag
voor omtrent den invloed, welken de vorst op de
verschillende leidingen haddaaruit blijkt o. a. dat
van 1769 der 27462 aangesloten perceel en de toe
voerbuizen bevroren geraakten. In vele gevallen
moest de oorzaak gezocht worden in de weinige
voorzorg, welke de verbruikers aanwendden, doch
ook in vele gevallen had het ongerief plaats door
dat de diensthuizen, over riolen liggende, te weinig
diepte hadden onder den beganen grond.
De noodige maatregelen om dit euvel te voor
komen worden voorbereid.
De toeneming van perceelen, waarin duinwater
werd verbruikt, bedroeg 887.
Voor het verbruik werd geleverd eene hoeveel-
Onder dit cijfer zijn ook begrepen de leidingen, welke na
31 December 1890 bevroren geraakten.