41.
den
29 korte jassen
62 pantalons.
31 petten.
48 halsdassen.
34 werkkielen.
44 werkbroeken.
Materieel.
Het materieel werd vermeerderd met 1 handspuit op spuit-
van der Hoorn, te Rhijnsburg, voor 22.50
van Konijnenburg, te Groningen, voor 78
was bepaald op 5 kilo haver, 6 */2
en 5 kilo stroo, gewijzigd naar omstandigheden.
Kleeding, wapens en nachtleger.
De kleermaker J. P. C. Nicolaï bleef belast met den aan
maak en het herstellen der kleeding, de schoenmaker J
Tuijn met aanmaak en herstel der schoenen.
De kribben en kleedingkasten benoodigd, als gevolg van
de uitbreiding van het vaste personeel, werden door den
machinist en den timmerman der brandweer vervaardigd.
Op 31 December 1890 was aan kleeding in het magazijn
voorradig
a. tot hoofdbrandwacht: 1 brandwacht 1ste klasse.
b. tot brandwacht 1ste klasse: 4 brandwachts 2de klasse.
c. tot brandwacht 2de klasse2 brandwachts 3de klasse.
De gezondheidstoestand was uitmuntendhet gedrag der
manschappen zeer goed.
Ernstige ongelukken zijn bij brand niet voorgekomen.
De oefeningen met blusch- en reddingsmaterieel hadden
geregeld, zooveel mogelijk dagelijks, plaats.
Paarden.
De gezondheidstoestand der paarden was goed.
De geneeskundige behandeling bleef opgedragen aan
veearts H. van Aken
De fourage werd bij aanbesteding’geleverd tegen de vol
gende prijzen
Haver door J.
per 1000 kilo.
Hooi door J. Vermeulen Zoon, te Waspik, voor 33.50
per 1000 kilo.
Stroo door J.
per 1000 kilo.
Het ration per paard
kilo hooi