70
naar aangrenzende gronden
eene wateraftapping
voor te bereiden
de beide dammen in
verlengen, en hoever;
de riolen af te scheiden van de wateren die aan het
kanaal zijn aangesloten
kwam bet gewenscht voor den Raad voor te
stellen, om te besluiten tot het instellen van een
onderzoek betreffende de genoemde punten, en te
verklaren dat het voornemen niet bestaat om ge
durende het badseizoen 1890 te spuien, tenzij bij
epidemische ziekte of andere onvoorziene omstan
digheden van even overwegend belang.
liet denkbeeld van de minderheid, in ’s Raads
zitting van 25 Februari, ondersteund door de heeren
Wittert van Hoogland, Hanlo en van Malsen, werd
in de zitting van 4 Maart geamendeerd door den
heer de Brauw als volgt
De Raad besluit
1°. Burgemeester en Wethouders te verzoeken een
O
nader onderzoek in te stellen of spuiing gedu
rende het badseizoen verontreiniging oplevert
voor het badwater;
zoo ja, of er maatregelen kunnen genomen
worden, om die verontreiniging te voorkomen,
en, zoo ja, welke;
3°. inmiddels te verklaren, dat het voornemen niet
bestaat om gedurende het badseizoen van 1890
te spuien, tenzij bij epidemische ziekte of an
dere onvoorziene omstandigheden van even over
wegend belang, en dat van het laatstgenoemde
zal worden mededeeling gedaan aan de adres
santen van der Steen c, s.
Het door den heer de Brauw geamendeerde voor
stel van de heeren Wittert van Hoogland c. s.
zee, of ééne daarvan te
0°