100 2de 3de hoogste f 50, f 80, f 100, Teneinde hieraan tegemoet te komen werd bij ons besluit van 10 April 1891 voor elke school bepaald het aantal kweekelingen die toelagen uit de Gemeentekas kunnen genieten. Daarbij werd in aanmerking genomen, dat het niet wenschelijk is om kweekelingen, eenmaal op eene school toegelaten, te dwingen toelating op eene andere school te verzoeken door hun de toelage voor de eerste school te weigeren, zoodat ook nog in 1891 enkele legenstrijdigheden zich voordeden wat betreft het getal der kweekelingen in verhouding tot het getal der klassen in de verschillende scholen; het laat zich evenwel aanzien, dat deze onregelmatigheden langza merhand zullen verdwijnen. Het bleek reeds in dit jaar, dat vele kweekelingen, die liever op eene burgerschool waren toegelaten, toelating vroegen op eene koste- looze school, omdat voor hen op de burgerschool geene toelage beschikbaar was. Eene andere onregelmatigheid in de toelagen, aan de kweekelingen verleend, was de volgende Volgens het hiervoren aangehaald art. 13 der Verorde ning No. 5 van 1890 zijn de kweekelingen verdeeld in twee klassen, terwijl volgens art. 14derzelfde Verordening de toe lage voor een kweekeling der 1ste klasse ten hoogste f 100, voor een kweekelingder 2de klasse ten hoogste 150 bedraagt Het bleek, bij een hieromtrent ingesteld onderzoek, dat sommige hoofden van scholen aan een kweekeling steeds het maximum der toelagen verleenden, terwijl andere hoofden het bedrag der toelage regelden naar den door den kweekeling gemaakte vorderingen, blijkbaar uit de rapporten van den Directeur der Rijksnormaallessen. Dit laatste systeem kwam ons zeer wenschelijk voor, daar hierdoor ongelijke belooning voorkomen en gelijk matige verdeeling van kweekelingen over de scholen bevorderd zou worden. Daarom werd door ons bepaald, dat de toelagen aan kweekelingen geregeld zouden worden naar de klasse, waarin zij waren toegelaten op de Rijksnormaallessen en wel dat zij die behoorden tot de laagste klasse, eene toelage zouden genieten vanf 30, 4

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 106