105 Gedurende de eerste helft van den cursus neemt in den regel het getal leerlingen van elke school toe om tegen het einde van den cursus te verminderen. Over het algemeen zijn de hoofden van scholen zeer tevreden over het gedrag en den ijver der leerlingen. Voor slechts enkelen hunner is het Aer/wt/tm/sonderwijs eigenlijk in/iaWngsonderwijs. Minder gunstig zijn de berichten van de hoofden waar het betreft de mede werking van de werkgevers. Een hunner schrijft in zijn verslag dat zelfs eene herinnering aan de werkbazen aan de bepalingen der „Arbeidswet”, niet het minste gevolg had. „Het late werken”, zoo vervolgt hij, „zal steeds de kanker blijven, die knaagt aan goed, geregeld en voortdurend herhalingsonderwijs.’’ Voor een goed deel zijn ongetwijfeld de financiëele omstandigheden der ouders op het niet-bezoeken der herhalingsschool van grooten invloed. Wij namen nota van de opmerking van twee hoofden van scholen over de plaatsing op de herhalingsscholen van leerlingen, die de lagere school niet geheel hebben doorloopen. Wij hebben hieromtrent opgave van feiten gevraagd. De leerlingen, toegelaten op de herhalingsscholen A, ontvangen het daar genoten onderwijs kosteloos. Van de leerlingen, toegelaten op de herhalingschool B, be talen er 27 het volle bedrag van het schoolgeld van 3 per cursus, 11 leerlingen worden als minvermogenden beschouwd en betalen de helft van het hiervoren ge noemde bedrag, terwijl 24 leerlingen, als zijnde onver mogend, kosteloos zijn toegelaten. Bijzonder herhalingsonderwijs wordt gegeven: in de herhalingsschool voor meisjes der Vereeniging Licht, Liefde, Leven aan 98 leerlingen en in de school der Ned. Herv. Gemeente aan de Koningstraat, alwaar aan 17 meisjes, alle verpleegd wordende in het weeshuis der Ned. Herv. Gemeente, herhalingsonderwijs verstrekt wordt. Aan de verpleegden in het „Huis van Barmhartig heid” wordt geen herhalingsonderwijs meer verstrekt. Zondagsscholen. Op de Zondagsschool der Vereeniging van den H. Vin-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 111