443
of de Directrice gehoord, den Gemeenteraad aangeboden.
De Directeur en de Directrice eener Hoogere burger
school geniet volgens de verordening eene vaste, on
veranderlijke jaarwedde.
In de Plaatselijke Commissie voor het Middelbaar
Onderwijs werd de heer Mr. M. A. v. d. Acker, die,
bij zijne periodieke aftreding, zich niet herkiesbaar
stelde, vervangen door Mr. T. L. M. H. Borret; de
overige in 1891 aftredende leden dier Commissie, zijnde
de heeren N. Tn. Michaelis, Mr. Ph. W. van Heüsde,
Mr. P. R. Feith, Mr. G. A. P. Bax en P. M. Netscher,
werden allen herkozen.
Het door de Commissie, ingevolge art. 52 der wet op
het Middelbaar Onderwijs, opgemaakt verslag is als bij
lage 24 hierachter gevoegd.
Van de scholen kan, met verwijzing overigens naar
genoemd verslag, het volgende worden medegedeeld.
Openbare scholen.
a. Hoogere burgerschool voor jongens met
3jarigen cursus.
In het onderwijzend personeel dezer school hadden
dit jaar menigvuldige mutatiën plaats.
Den Isten September werd de heer J. F. Haverman,
die bij Raadsbesluit van 4 Juni 1891 benoemd was tot
leeraar in de Nederlandsche taal en letterkunde en
Geschiedenis aan de Hoogere burgerschool voor jongens
met 5jarigen cursus, als leeraar in geschiedenis en aard
rijkskunde aan de school met 3jarigen cursus vervangen
door Dr. G. J. Dozy, die bij Raadsbesluit van 48 Au
gustus tot deze betrekking was benoemd.
Den 28sten Juli 4891 werd aan den heer P. N. van
der Brugge, leeraar in Wiskunde en Boekhouden, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend, met ingang van
1 September d. a. v.
Tot zijn opvolger werd in de Raadsvergadering van 29
September 1891 benoemd de lieer J. W. F. van Meegeren,
leeraar in Wiskunde aan de Hoogere burgerschool te
Maastricht. Deze kon echter eerst den Isten December
8
i