118
19 mannelijke
Wetenschappen)
5 mannelijke en 8 vrouwelijke leer-
50 mannelijke leerlingen.
van de
nog 15 leerlingen enkele lessen bijwoonden.
De school genoot een subsidie van de Gemeente van
f 6000.
d. Teekenscholen.
Aan de niet gesubsidieerde teekenschool van den
heer W. P. Laarman werd door één onderwijzer aan
19 mannelijke en 2 vrouwelijke leerlingen onderwijs
gegeven; aan die van den heer B. A. Bongers door één
onderwijzer aan 5 mannelijke en 8 vrouwelijke leer
lingen aan die van den heer J. M. L. Lotz dooi- één
onderwijzer aan 50 mannelijke leerlingen.
Mededeelingen omtrent de Academie van Beeldende
Kunsten komen voor in Afdeeling VIII (Kunsten en
van dit Verslag.
B ij z o n d e r e scholen.
a. Burgeravondschool, verbonden aan de ambachtsschool.
Deze school werd in December bezocht door 71 leer
lingen, terwijl de daaraan toegevoegde avondschool voor
volwassenen bezocht werd door 33 mannen.
Het onderwijzend personeel bestaat uit den Directeur,
3 leeraren en 2 assistenten, terwijl op de school voor
volwassenen onderwijs wordt gegeven door den Directeur
en 3 leeraren.
Deze school genoot over 1891 een subsidie
Gemeente van f 4000.
b. Ambachtsschool.
Het personeel der school bestond uit den Directeur
en 11 leeraren.
Het getal leerlingen bedroeg 134.
De school genoot een subsidie van f 8000 van de
Gemeente en een van f 2000 van de Provincie.
Bij Raadsbesluit van 1 September 1891 werd met
ingang van 1 Januari 1892 het jaarlijksch subsidie uit
de Gemeentekas verhoogd met f 2000 en alzoo gebracht
op ƒ10.000.
c. Industrieschool voor meisjes.
Het personeel der school bestond uit de Directrice
en 10 leeraressen.
Het getal leerlingen bedroeg 78, terwijl bovendien