120 si. VIL Gymnasium. In de samenstelling van het college van Curatoren kwam geene verandering. Het verslag van Curatoren omtrent den toestand van het Gymnasium is hierachter gevoegd als bijlage 23. Aan dat verslag is het volgende ontleend: Bij Raadsbesluit van 20 Januari 1891 werd benoemd tot leeraar in de Natuurlijke Historie Dr. A. Borgman te Warffum ter vervanging van Dr. F. A. F. C. Went, aan wien met ingang van 1 Februari 1891 eervol ont slag was verleend. Dr. Borgman aanvaardde den Isten April zijne betrekking. Bij Raadsbesluit van 15 December 1891 werd aan den Van de school, die eerst op 15 Juli geopend werd, maakten 38 burgerleden gebruik tegen 67 in het vorige jaar. Van dat getal waren er 32 geoefend en 6 onge oefend, van welke laatsten er nog 5 als geoefende zwem mers eindigden. Verder maakten een 20tal kinderen van het Waalsche weeshuis, trouw tweemaal per week, van de inrichting gebruik. Daar het water, als badwater voor den troep, was afgekeurd, werd per compagnie, batterij of escadron van de alhier in garnizoen zijnde troepen, één korporaal of mindere aangewezen tot liet ontvangen van zwem onderwijs, speciaal met het doel om zwemonderwijzers aan te kweeken. Hiervan werd slecht gebruik gemaakt; 35 onderofficieren kwamen in het geheel 68 malen op. De Inrichting was op de gewone uren geopend en wel op werkdagen ’s morgens van 6 -9 uren en ’s na middags van 23*/2 uren. Ongevallen hadden niet plaats. 2°. Zwem- en badinrichting aan de Mauritskade. Zie Hoofdstuk XIII n°. 5. Stadsrijschool. De Gebouwen bevinden zich in voldoenden toestand volgens mededeeling der Commissie kwijt de Directeur zich voortdurend van zijn plicht. De Commissie van Toezicht onderging geene veran dering.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 126