127 I I achter het door den Raad van Bestuur uitgebracht verslag. 4°. De Schouwburg. In de Raadsvergadering van 10 Februari werd de bespeling van den Franschen Schouwburg voor het speelseizoen 1891/92 opgedragen aan den beer J. Mer tens te Brussel en in die van 10 Maart de overeen komst met de Koninklijke Vereeniging „HetNederlandsch Tooneel” voor de bespeling van den Hollandschen Schouwburg gedurende hetzelfde speelseizoen vernieuwd. De voorwaarden waarop die concession verleend werden, werden in dezelfde vergaderingen vastgesteld. Het speelseizoen 1890/91 was voor de Fransche opera niet gunstig. De Directeur, de heer L. Desuiten, kon de bezwaren, in de daaraan voorafgaande seizoenen on dervonden, niet te boven komen, zoodat hij met 1 April verzocht van de Directie te worden ontheven. Dit ver zoek kon echter uit den aard der zaak niet worden ingewilligd. Aangezien intusschen verscheiden artisten op dien datum vertrokken, was de heer Desuiten in de onmogelijkheid zijne verplichtingen ten einde toe na te komen. Hoewel het aantal voorstellingen in abonnement daardoor het verplichte cijfer van 90 niet heeft bereikt, heeft de heer Desuiten niettemin van 1 April tot 16 Mei door het nu en dan laten optreden van verschillende gezelschappen getracht aan zijn abonnés eenige vergoeding te geven. Tijdens de Directie van den heer Desuiten is de be kende prima donna Mevrouw Albani in een vijftal voorstellingen alhier opgetreden, die evenals de vorige keeren zich in de sympathie van het in grooten getale opgekomen publiek mocht verheugen. Als nieuwe opera werd ten tooneele gebracht „La Basoche”, opera comique in 3 bedrijven, van den com ponist André Messager. Voorts is door de nieuwe Di rectie de opera comique Quentin Durward, muziek van A. Gevaert, opnieuw opgevoerd, een stuk dat hier ruim dertig jaar geleden, en wel in 1859. werd gegeven. De Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Too neel” blijft voortdurend het doel nastreven, dat zij zich heeft voorgesteld om het Vaderlandsche Tooneel op eene goede hoogte te houden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 133