129
Het Museum van Moderne Kunst.
9
De toestand van het Museum van Moderne Kunst is
verre van bloeiend te noemen het aantal contribuanten
dat in 1866, 232 bedroeg is in de 25 jaren datdeVer-
eeniging bestaat teruggegaan op 130, wat uit den aard
der zaak zijn kas ook belangrijk deed verminderen.
Het bestuur kocht slechts aarzelend in het afgeloopen
jaar, op de kunstveiling der nalatenschap Artz, de be
kende Haagsche kunstschilder, „le Retour du Troupeau.’’
Het vereenigingsjaar sluit met een nadeelig saldo van
f 1300, terwijl het aantal donateurs wederom met drie
verminderde.
Het Museum werd bezocht door 12865 personen.
Het Schilderkundig genootschap „Pulchri Studio" telde
92 gewone leden, 54 buitenleden, 87 buitengewone en
215 kunstlievende leden.
Verschillende tentoonstellingen werden ook dit jaar
in de daarvoor bestemde zaal gehouden, o. a. van oude
prenten, toebehoorende aan den heer van Stockum, van
facsimilés van teekeningen en reproducties van etsen
van Rembrandt, van schilderijen en teekeningen van
Bosboom. Bovendien werden tentoonstellingen gehouden
van ten verkoop bestemde nagelaten werken en eigen
dommen van D. A. C. Artz en van Japansche voor
werpen uit de nalatenschap van Mr. Dr. A. F. Bauduin
en Mr. A. J. Bauduin.
De vijfde Tentoonstelling der Nederlandsche Etsclub
had dit jaar plaats.
Het verslag van de Commissie van beheer over de
verzameling van geschied- en oudheidkundige voorwerpen
hierachter opgenomen onder bijlage 37 bevat een
uitvoerig overzicht van de voorwerpen, waarmede de
verzameling in 1891, zoowel door schenking als door
aankoop, vermeerderd werd.
Het Museum werd in 1891 bezocht door 13609 per
sonen. Den 15den Juli werd het met een bezoek ver
eerd door Prins George van Pruisen, incognito reizende
onder den naam van George Graaf van Tecklenburg.
De Commissie onderging geene verandering.