130
HOOFDSTUK X.
Aan het door liet Burgerlijk Armbestuur uitgebracht
verslag hierachter opgenomen als bijlage 25ont-
leenen wij het volgende:
De Commissie, aan wie deze tak van bestuur is op
gedragen, onderging verandering, doordien de heer Mr.
B. L. Rasch, die als raadslid was afgetreden, op 1 Sep
tember vervangen werd door den heer Mr. J. P. Vaillant.
Bij Raadsbesluit van 14 Augustus 1891 werd bet
voorstel tot liet aanstellen van een zesden armenop
zichter goedgekeurd. Door ons werd als zoodanig met
ingang van 1 Januari 1892 benoemd de heer J. F. Car
rière.
Wat de toestand van het armwezen betreft, deze
kan, de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen,
niet ongunstig genoemd worden; wel onderging het
aantal ondersteunden eene niet onbelangrijke vermeer
dering, doch de vermeerdering der bevolking en de felle
winter werkten daartoe mede.
De lijst van door het Burgerlijk Armbestuur bedeelden
wees in Januari 1891 een cijfer aan:
te ’s-Gravenhage van 484 gezinnen, uitmakende 1362
personen, te zamen bedeeld met f 356.70 in geld en
476 brooden, en
te Scheveningen met inbegrip van 96 gezinnen of
439 personen, vroeger uitsluitend ondersteund met
warme spijs, brood en eenige brandstoffen van 228
gezinnen, uitmakende 683 personen, te zamen bedeeld
met f 134.40 in geld en 412 brooden.
Die lijst bedroeg alzoo in Januari, allen te zamen
genomen, 712 gezinnen, uitmakende 2045 personen,
met een gezamenlijk wekelijksch bedrag van ƒ491.10 in
geld en 888 brooden, hetgeen bij omslag voor den on
derstand van ieder gezin ongeveer 84 cent 's weeks be
draagt en alzoo ongeveer gelijk staat met den omslag
op hetzelfde tijdstipdes vorigen jaars.
Bij het einde van het winterseizoen werd de lijst der
bedeelden teruggebracht op 516 gezinnen, uitmakende
1208 personen, bedeeld met 393.40 en 534 brooden
’s weeks.
Armwezen.