16 's-Gkavenhage, 29 Februari 1892. Leden. van -Molenaarsgraaf, Voorzitter, van Simonshaven, Ter voldoening aan art. 20 der Verordening n°. 553 heeft de Commissie van bijstand in het beheer van het Gemeente ziekenhuis de eer U het volgende verslag aan te bieden over 1891. De Commissie was op 1 Januari 1891 samengesteld uit de heeren Jhr. Mr. O. J. Repelaer Jhr. P. O. H. Gevaerts Mr. B. H. M. Hanlo, Dr. G. Th. A. Wolterbeek Muller, A. J. C. Baron van Pallandt, Met ingang van 15 Januari 1891 werd in de plaats van Dr. W. Koster Gz., die voor eene herbenoeming als Hulp- geneesheer niet weder in aanmerking wenschte te komen, benoemd de heer A. F. A. M. van Dommelen. Den 4en Maart 1891 verzocht Dr. van Tienhoven, die ge durende ruim 20 jaren met groote toewijding als Geneesheer- Directeur werkzaam was, als zoodanig met ingang van 1 Juli d. a. v. zijn eervol ontslag. In overeenstemming met het gevoelen der Commissie werd hem dit op voorstel van Burgemeester en Wethouders bij Raadsbesluit van 24 Maart 1891 verleend op de meest eervolle wijze, onder dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten gedurende een reeks van jaren aan de Gemeente bewezen. Bij besluit van den Gemeenteraad dd. 26 Mei 1891 werd in de hierdoor ontstane vacature voorzien door de benoeming van Dr. G. H. Roessingh, arts te Deventer. In de plaats van Dr. Wolterbeek Muller, die zich voor een zetel in den Gemeenteraad bij .zijne periodieke aftreding niet meer herkiesbaar stelde, werd benoemd de Heer Mr. .1. A. H. Baron van Zuijlen van Nijevelt. Bijlage

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 227