19 b. Canalisatie. Op nieuw moest een groot gedeelte van den kolenvoorraad in de open lucht worden opgeslagen. Aan de ruimte tot kolenberging onder dak wordt in 1892 uitbreiding gegeven. Het rangeeren der geladen en ledige waggons wordt thans verricht door een tramlocomotief geleverd door de machine fabriek „Breda” te Breda. Door de aan de fabriek gegeven uitbreiding kan thans voorzien worden in eene dagproductie van 90.000 M3. Indien het aantal ovens wordt uitgebreid, nog enkele zuivertoestellen en een exhauster worden gesteld, en gas houders worden bijgebouwd, zal deze productie kunnen worden opgevoerd tot 120.000 Ms. De gezamenlijke gebouwen, toestellen en verdere roerende goederen der gasfabriek zijn in de maand Juni bij de makelaars 1). Hudig en C®. te Rotterdam bij beurspolis en voor den duur van twee en veertig maanden verzekerd voor een kapi taal van f 1.790.400 tegen eene premie van f 13.081,50. Het administratiegebouw in de Kazernestraat met den inventaris is verzekerd tot een bedrag van f 61.100 tegen eene premie van f 85,65 Eene bij dit verslag gevoegde platte grondteekening der gasfabriek (bijlage N°. Ill) met het daaraan grenzende terrein geeft een duidelijk overzicht van de inrichting der fabriek. Het met rood geteekende stelt de nu voltooide uitbreiding voor. In het geheel beslaat de fabriek eene oppervlakte van ruim 6 Hectaren. Een terrein van ongeveer 4 Hectaren aan de fabriek toebehoorende en daaraan grenzende is verhuurd. Met de verbetering en uitbreiding der canalisatie in de stad wordt nog voortgegaan. Eene groote hoeveelheid buizen en hulpstukken, daarvoor benoodigd, is opgeslagen en uit de rekening der uitbreiding voldaan. Het opsporen van lekken in de buisleidingen, door middel van proeven met palladiumchloruur, werd geregeld voort gezet en gaf gunstige resultaten. Bestaande lekken ont snappen zelden aan het onderzoek De lengten en afmetingen der in dit jaar nieuw gelegde leidingen zijn in den hier achtervolgenden staat aangegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 255