19
HOOFDSTUK VIII.
35.550 M3.
33.500
HOOFDSTUK IX.
13.500.617
1.398.435 M3.
Gasverlies.
Januari bevonden zich in
14.863.502
.“14.899.052
Op den lsle"
de gashouders
Door de fabrieksmeters werd aangegeven
als gemaakt in dit jaar
te zamen
Hiervan werden afgeleverd
11.301.444 M3.
1.935.267
230.406
Verzameling der vorige gegevens.
De aflevering van het gas en de netto opbrengst over
dit jaar blijken uit den volgenden staat:
volgens Hoofdstuk VI
VII
aan Fabriek en Kantoren
en in de gashouders bleef
op 31 December 1891
zoodat het verlies heeft bedragen.
ijnde 9,41 van de geheele productie of ongeveer 10.04
zijnde 9,41 u/o van de geheele productie ot ongeveer 1U.U4
M:1 per strekkenden meter canalisatie.
De laatste twee cijfers hebben in 1890 bedragen 7,94%
en 8,68 M3. De verhooging van het verlies in ’91 is toe
te schrijven:
1°. Aan de uitbreiding, die aan het buizennet werd ge
geven. Er werden veel buizen gelegd en bij iedere aansluiting
gaat eene belangrijke hoeveelheid gas verloren.
2°. Aan de verhoogingdie de drukking des daags bij het
vorige jaar vergeleken heeft ondergaan. In December 1890
werd de dagdrukking van 22 mM. op 30 mM. gebracht en
deze drukking is over het geheele jaar gehandhaafd.
Indien men de dagelijks verkregen hoeveelheden gas herleidt
tot een temperatuur van 60° F. en een barometerstand van 760
mM.dan zouden in 1891 zijn voortgebracht 14.661.038 M3
zijnde 238.014 M3 minder dan door de fabrieksmeters werd
aangegeven. Het gasverlies bedroeg, naar dit cijfer berêkend,
1.195.971 M3 zijnde 8,16 ®/0 van de geheele productie of
ongeveer 8,58 M3 per Ml canalisatie.