20 Hoofden van scholen en 13 Octobez jl. betreffende de ver- van de nieuw aan te stellen Hoofden dat in het vervolg de onderwijzers der 1ste klasse uit die der 2de klasse met hoofdakte en de onderwijzers, plaats vervangers van het hoofd, uit de eerste klasse worden be noemd. Het adres van P. J. Jochems c. s. beoogde eene herziening der hierboven genoemde Verordening in dier voege, dat de bezoldiging der onderwijzers 1ste klasse en der onderwijzers, plaatsvervangers van het hoofdeene dadelijke verhooging ondergaan en dat voortaan een zeker aantal jaren van trouwe plichtsbetrachting recht geve op periodieke vermeerdering van salaris voor de onderwijzers van alle klassen. In de raadszitting van 13 October werd beraadslaagd over het praeadvies op die adressen en het voorstel tot herziening der Verordening (Verz. 1890 No. 5) en over het in dezelfde zitting ingekomen adres van 1). Kanon en 32 andere hoofden van openbare lagere scholen met verzoek het voorstel aan Burgemeester en Wethouders te willen wijzigen in dier voege dat de onderwijzers, 1ste klasse, reeds dadelijk meer salaris ontvangen dan in dat voorstel bepaald is en na korter diensttijd meer dan éénmaal hunne tracta- menten worden verhoogd, zoomede over een nader adres der !s-Gravenhaagsche openbare onderwijzers-vereeniging. In de raadszitting van 24 November d.a.v. werden de beraad slagingen voortgezet, en behandeld het door Burgemeester en Wethouders uitgebracht paeadvies op de nader ingekomen adressen van: D. Kanon c. s. houdende verzoekdat de Raad terug- kome op zijn votum van laging van de jaarwedden der scholen, J. C. de Kock c. s. met verzoek een blijvend verschil in het leven te roepen tusschen de thans in dienst zijnde onderwijzers, plaatsvervangers van de onderwijzers der 1ste klasse, J. G. D. Muller c. s. om afschaffing van het examen ter vaststelling van de rangorde, in acht te nemen bij de be vordering van de gewone onderwijzers der 3de en 4de klasse en Heppener c. s. om terug te komen op het votum van 13 October jl. waarbij verworpen werd een voorstel om de jaarwedden van de onderwijzers reeds te verhoogen na een diensttijd van 10 of 15 jaren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 287