20 ook over tocht wordt geklaagd en dat zij in den zomer niet zooveel versche lucht doorlaten als de schuiframen. 4°. De muren. Het is bekend dat zoogenaamde .spouw muren” betere beschutting opleveren, zoowel tegen zomer hitte als tegen winterkoude en meerdere droogte van de binnenvlakte der muren waarborgen dan gewone muren. Toch worden zij. zoo de commissie zich niet bedriegt, hier ter stede niet aangetroffen. 5°. De binnendeurenDe meerderheid der commissie schrijft de tocht in sommige localen gedeeltelijk toe aan de plaatsing der deuren, die meestal in het midden van den muur ge plaatst zijn en naar buiten opendraaien. Zij zoude voortaan de deuren in den hoek van het locaal willen aanbrengen en naar binnen draaiende. De minderheid verwacht hiervan weinig heil, aangezien, als de ramen openstaan, bij het openen der deur altijd wel tocht zal worden waargenomen. Bovendien kan men op koude of erg winderige dagen ventileeren met het stelsel-Levoir (als dat wordt toegepast) en de ramen gesloten houden zoolang de leerlingen in het locaal zijn. Eene proefneming in den zin der meerderheid zou evenwel niet schaden.” Wij konden ons met het door de sub-commissie voorge- dragene zeer wel vereenigen en gaven daarop aan Burge meester en Wethouders in overweging 1". Indien de plaatselijke gesteldheid het toelaat, deschool- localen voortaan op het Oosten of Zuid-Oosten te bouwen 2°. Bij den bouw van nieuwe scholen voort te gaan met de toepassing van het ventilatie-stelsel Levoir-van Bemmelen, waarbij wij nog opmerkten, dat, naar ons meermalen bleek, dit stelsel, waar het reeds geheel of met enkele wijzigingen is toegepast, niet altijd door de schoolhoofden juist schijnt begrepen te worden, zoodat het ons gewenscht voorkwam hen opmerkzaam te maken op de verschillende maatregelen, welke in uitvoering van dit stelsel, behooren te worden aangewend en getrouw toegepast. 3°. Eene proef te nemen met de zoogenaamde .kiepramen.” 4°. Te onderzoeken of er overwegende bezwaren bestaan tegen de constructie van .spouw-muren”; 5Ü. Waar noodig en mogelijk de plaatsing der deuren te wijzigen in den zin door de meerderheid onzer sub-commissie gewenscht (zie punt 5 van haar rapport) en hierop ook bij nieuwe lokalen te letten, in het bijzonder ook op de bin-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 297