20 Letter A. het daaringezegde is ook op het nu afge- en behoeft dus niet herhaald te ’s-Gravenhage, 28 Januari 1892. Het Dames-Comité, belast met het toezicht op het onder wijs in de nuttige handwerken heeft, naar aanleiding van art. 8 van zijn Huishoudelijk Reglement, de eer het navol gend verslag uit te brengen omtrent den toestand van het onderwijs in genoemd leervak in de openbare scholen van deze Gemeente, en omtrent zijne werkzaamheden gedurende het jaar 1891. Het bezoeken der scholen door de verschillende Sub- Commissiën werd geregeld voortgezet. Bij deze bezoeken werd wederom in het bijzonder gelet op de hoofdpunten in het verslag van het jaar 1890 op gegeven. Zeer veel van loopen jaar toepasselijk worden. Inzonderheid is dit het geval met hetgeen aar gevoerd werd omtrent de Hoofden en hun invloed op de goede regeling van het leervak K. Zijn er een groot aantal onder hen, die al het mogelijke doen om dit vak op hunne scholen tot zijn recht te laten komen, het Comité kan niet ontveinzen, dat de minder gunstige stemming van enkele onder hen, nog onveranderd gebleven is. Het blijft hopen, dat deze van hunne vooringenomenheid tegen de nuttige handwerken als schoolvak zullen terugkomen. Het wenscht dit te meer, om dat bij de schoolbezoeken telkens zoo duidelijk blijkt, welk een hoogst gunstigen invloed ook op dezen tak van onder- wijs kan uitgeoefend worden door schoolhoofden die de waarde daarvan erkennen en de belangen daarvan ter harte nemen. Omtrent het onderwijzend personeel gelden eveneens groo- tendeels dezelfde opmerkingen van het vorig jaar. Zeer goede elementen worden daaronder aangetroffen. Bij voortduring blijkt echter, dat vooral onder de oudere on derwijzeressen enkele gevonden worden, die voor hare taak niet berekend zijn. VERSLAG van het Dames-Comité van toezicht op de nuttige handwerken op de openbare scholen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 302