20
1
Hieruit blijkt ten zeerste boe noodig het was, te. breken
met het oude stelsel: bevordering naar ancienneteit.
Gedurende het laatste jaar werd dan ook, zoowel bij aan
stelling van nieuwe onderwijzeressen, als bij bevordering tot
eene hoogere klasse, bijna geregeld door de schoolhoofden
het advies gevraagd der sub-commissie van het comité, die
zich met deze zaak belast heeft.
Genoemde commissie heeft zich tot taak gesteld, steeds
met nauwgezetheid te onderzoeken naar de geschiktheid der
voor te dragen onderwijzeressen. Met grond mag dus ver
trouwd worden, dat onze scholen langzamerhand in het bezit
zullen komen van een goed kader van onderwijzeressen in
dit vak.
Bij het bezoeken der scholen is den commission gebleken,
dat het aantal onderwijzeressen, ofschoon overeenkomende
met de bepaling daaromtrent vervat in de nieuwe regeling
van het hand werkenonderwijs, niet overal voldoende is.
In den regel toch zijn de laagste klassen eener school de
meest bevolkte. Een groot aantal meisjes verlaat de school
vóór zij de beide hoogste klassen bereikt hebben, zoodat
zich wel eens het geval voordoet, dat in eene lagere klasse
een 40 tal meisjes geplaatst is, terwijl er zich in de hoogste
niet meer dan een tien- of twaalftal bevindt. En daar toch
eene onderwijzeres slechts in éétie klasse tegelijk goed on
derwijs kan geven, is er, bij de bepaling dat voor elk 25tal
leerlingen ééne onderwijzeres wordt aangesteld, dikwijls in
de laagste klassen te weinig hulp. Toch is juist in deze
laagste klassen goede en genoegzame hulp zoo hoog noodig,
daar bij dit vak- zij het dan ook klassikaal ingericht,
vooral onder de jongere kinderen, dikwijls individueele hulp
noodig is.
Eene andere omstandigheid, voortvloeiende uit de reeds
genoemde bepaling, is: dat op scholen met een betrekkelijk
gering aantal meisjes dikwijls twee klassen tegelijk aan één
onderwijzeres moeten worden toevertrouwd. Dat dit tot
schade van het onderwijs strekt, zal wel geen betoog behoeven.
Voorts heeft, op verreweg de meeste scholen de eerste
onderwijzeres steeds eene klasse voor hare rekening. Ver
antwoordelijk als zij is voor de regeling van het geheel en
voor den goeden gang der zaken, wordt het haar daardoor
evenwel feitelijk onmogelijk na te gaan, wat er in de an
dere klassen voorvalt, of om hier of daar met hulp en raad