IB.
i
I
26
2°. een strookje grond, gelegen als voren, groot 21
centiaren, voor f 5.25;
aan Solvay en Co., afnemers van het ammoniawater
der Gemeentegasfabriek, een stuk grond, deel uitma
kende van het terrein dier fabriek, gelegen langs het
kanaal der waterverversching, voor f 100;
aan D. Voorram, een perceel weiland, gelegen aan
den Zuidbuitensingel, groot 32 aren, 70 centiaren, ge
durende zes maanden voor f 20;
aan Vrouwe L. G. C. de Watteville, douairière Jhr.
Mr. J. A. Repelaer, een gedeelte van het kadastrale
perceel Sectie P. n°. 1841, gelegen aan de Javalaan,
voor f 10;
aan A. de Jonge, een stuk grond, gelegen aan den
straatweg langs het strand tegenover het «Hotel Garni”,
groot ongeveer 43 centiaren, gedurende het badseizoen
voor f 65;
aan J. B. Leicht, een perceel grond in de Renbaan
te Scheveningen, naast het «Hotel Alteburg”, groot 5
aren, 93 centiaren, 94 vierkante decimeters, gedurende
vier maanden voor f 400;
aan W. J. H. Berenbak, een oppervlakte grond, ge
legen aan de noord westzijde van het gebouw van de
Société des Galeries te Scheveningen. vóór zijne restau-
ratiezaal aldaar, gedurende zes maanden voor 1'100;
aan L. van der Horst, een stukje duingrond, gelegen
in de Westduinen. nabij de zeesluis van het kanaal der
waterverversching, groot 3 centiaren, tot 30 April 1891
voor f 10 ’sjaars;
aan H. A. Gunters, een oppervlakte grond, gelegen
aan den weg langs het waterververschingskanaal nabij
het ontmoetingspunt van den geprojecteerden weg door
de Westduinen met eerstgenoemden weg, groot 13 cen
tiaren, voor f 25;
aan W. van der Kleij, een oppervlakte grond met
daarop staande loods, gelegen achter het Molenslop aan
den Noordwestbuitensingel, tot 14 September 1891 voor
f 120 ’sjaars; daarna aan J. de Bruijn dezelfde opper
vlakte zonder loods, voor f 76 ’sjaars;
aan A. de Jong, een oppervlakte Gemeente water in
een der spranken van het kanaal naar Scheveningen,
nabij den Nieuwen Duinweg, groot 60 centiaren, tot