21
II. De Hoogere Burgerschool voor jongens met
vijfjarigen cursus.
Directeur: Dr. E. H. Groenman.
Het onderwijzend personeel onderging geene andere ver
andering dan die, waarvan wij bij de bespreking der 3-jarige
school reeds gewaagden, namelijk dat de heer J. F. Haverman,
tot dusverre leeraar aan laatstgenoemde school, werd be-
Zijn opvolger, de heer van Meegeren, tot dusverre leeraar
aan de Hoogere Burgerschool te Maastricht, aanvaardde
eerst met 1 December 1891 zijne betrekking. De Gemeen
teraad voorzag in de tijdelijke vervulling der vacature door
tot zijne komst zijn onderwijs op te dragen aan den heer
D. P. A. Vebkijp, candidaat in de wis- eg. natuurkunde te
Leiden.
Wij betreuren het verlies van den heer Aaltsz, een der
oudste leeraren aan deze inrichting verbonden. Maakte sedert
5 September 11. een beenbreuk hem het geven van onderwijs
ónmogelijk, de dood onttrok hem op 24 November daaraan
volgende geheel aan zijn werkkring.
Aan de heeren Fellinga en Kaakebeen, leeraren aan deze
school, werd ter zijner vervanging door den Gemeenteraad
tijdelijk het onderwijs in het Hoogduitsch opgedragen, maar
toen eerstgenoemde enkele dagen na het overlijden van den
heer Aaltsz door eene ernstige ziekte werd aangetast, begrijpt
men welk eene buitengewone toewijding en groote krachts
inspanning van directeur en overige leeraren gevorderd werd
om den geregelden gang der lessen gaande te houden.
Hun komt daarvoor niets dan lof toe.
Bij de indiening van dit verslag heeft de Gemeenteraad
reeds in den heer Mi'ntinga, leeraar aan de Rijks Hoogere
Burgerschool te Assen, den opvolger van den heer Aaltsz
aangewezen.
Hoewel wij hier slechts te boek stellen de geschiedenis
dezer school over 1891, gevoelen wij ons verplicht nu
reeds met diep leedwezen te gewagen van het groot ver
lies door deze school geleden in het onverwacht overlijden
op 29 Januari 1892 van haar hoogst verdienstelijken direc
teur, den heer W. Blüm.
Wij stellen ons voor in ons volgend jaarverslag op deze
treurige gebeurtenis nader terug te komen.