21
nog veel talrijker
beroep hebben gekozen,
van Beeldende Kunsten uit de heeren
Met groote voldoening mag wederom worden gewezen op
den uitslag der examens voor het lager onderwijs. Alle 10
candidate!! der school slaagden voor de nuttige- en 7 van
de 8 voor de fraaie handwerken.
Bij deze resultaten is het niet te verwonderen dat het
getal leerlingen toenemende is. Dit bedroeg in December
1891 78 voor alle en 15 voor enkele lessen, tegen respec
tievelijk 72 en 10 in December 1890.
Het nieuwe schoolgebouw biedt voor
schoolbevolking voldoende ruimte.
Van de leerlingen, die reeds een
bekwamen zich 8 voor het boekhouden, 10 voor wollen-
naaien of voor onderwijzeres, 12 voor onderwijzeres in de
handwerken en 4 voor onderwijzeres in het teekenen.
De samenstelling der Commissie onderging sedert ons
vorig verslag eenige wijziging.
In plaats van den heer Voorduin, door zijn werkkring naar
de hoofdstad geroepen, benoemde de Gemeenteraad den heer
I’ M. Netscher.
Bij de periodieke aftreding van October 11. stelde de heer
Mr. van den Acker, sedert overleden, zich niet opnieuw her
kiesbaar. Met herbenoeming der aftredende leden van Heusde,
MicHAëLis, Feith, Bax en Netscher, vulde de Gemeenteraad
de Commissie aan met den heer Mr. Th. L. M. H. Borret.
De sub-commissiën belast met het bezoeken der bijzondere
inrichtingen van Middelbaar Onderwijs, zijn thans samen
gesteld
die voor de Academie
MicHAëLis en Netscher;
die voor de Ambachtsschool uit de heeren Feith en vanDiesen;
die voor de Industrieschool voor meisjes uit de heeren
Carsten en van Rijn van Alkemade.
Het schoolbezoek gaf tot geene bijzondere opmerkingen
aanleiding; van hare overige werkzaamheden kweet de Com
missie zich geregeld.
Het afgeloopen jaar zag eindelijk tot stand komen eene
Verordening tot regeling der jaarwedden van de leeraren
en leeraressen aan de Hoogere Burgerscholen voor jongens
en voor meisjes, overeenkomstig den door ons herhaaldelijk
Toezicht.