I
I
Raad
zicht
afgeloopen tijdperk
Door den dood
TWEE EN DERTIGSTE VERSLAG ran den staat
der Academie ran Beeldende Kunsten te s-Graven-
hage orer 18901891.
Bijlage 24
Bij den aanvang van het nieuwe Academie-jaar heeft de
van Bestuur wederom de eer, U een beknopt over-
aan te bieden van al hetgeen deze instelling in het
weervaren is.
van Z. M. Koning Willem III verloor de
Academie een trouwen en milden Beschermheer, die haar
bijna 40 jaren lang zijne Koninklijke gunsten had geschon
ken, en zoo iets onze instelling kan troosten over dit heen
gaan, dan was het de welkome tijding, dat het Hare Majesteit
de Koningin-Regentes behaagd had, als Beschermvrouw der
Academie op te treden. Zoo is het huis van Oranje trouw
gebleven aan de traditiën. om der aloude Haagsche Teeken-
Academie zijn sympathie en steun te blijven schenken.
Behalve dit overlijden van den Koninklijken Beschermer,
werd de Academie ook door den dood van twee harer eere-
leden, de heeren H. F. C. Ten Kate en Johannes Bosboom,
getroffen. De eerste overleed den 26en Maart, de tweede
den l^n September van dit jaar. Beiden waren Hagenaars
van geboorte, oud-leerlingen onzer inrichting, en hadden
geruiraen tijd in den Raad van Bestuur hunne groote kennis
en rijke ervaring ten bate der Academie doen strekken. Hoe
Bosboom de Academie liefhad, daarvan legde hij nog eene
schitterende getuigenis af bij de feestviering van het twee
honderdjarig bestaan onzer instelling, op den gedenkwaar-
digen avond van 25 Mei 1882, toen de enthusiaste kunstenaar
in eene warme improvisatie eene herinnering aan zijn Aca-
demie-tijd ten beste gaf en tot algemeene sympathie voor
onze inrichting opwekte.
De Raad van Bestuur zelf verloor op 5 November 1890
in zijn mede-lid D. C. A. Artz, een bestuurder -vol ijveren
geestkracht, toegerust met doorzicht en kennis, welke sinds
1 October 1881 der Academie ten goede waren gekomen.