25 elk gezin in van 96 gezinnen 439 personen, vroeger uitsluitend met warme spijs, brood en eenige brandstoffen ondersteund, 228 gezinnen, uitmakende 683 personen, thans te zamen bedeeld met f 134.40’in geld en 412 brooden. Die lijst bedroeg alzoo in Januari in alles te zamen 712 bedeelde gezinnen,*[uitmakende 2045 personen, met een ge zamenlijk wekelijksch bedrag in geld van f491.10 en 888 brooden, hetgeen bij omslag voor den onderstand van ieder gezin omstreeks 84 cent aan wijst, en staat alzoo ongeveer gelijk met dat op hetzelfde tijdstip des vorigen jaars. Tevens hadden als gewoonlijk in het winterseizoen ver strekkingen plaats van hemden, dekens, stroozakken en stroo en uitsluitend voor Scheveningen ook mansbroeken, vrouwen rokken. kousen en klompen. Ook werden aan den wintertijd eenige brandstoffen verstrekt. Bovendien heeft het Burgerlijk Armbestuur zich wegens de buitengewoneVomstandigheden, waarin een aantal behoef- tigen te Scheveningen verkeerden tengevolge van stremming in de middelen van bestaan op de visscherij betrekking hebbende, zich evenals in den laatstvorigen winter verplicht gezien voor enkele weken 200 kilogram roggebrood wekelijks te hunnen behoeve beschikbaar te stellen, benevens, waar dit bleek hoog noodig te zijn, eenige brandstoffen. Met deze buitengewone verstrekkingen moest reeds op 6 Ja nuari worden aangevangen en in de eerste wintermaanden 1891 tot en met 17 Februari wekelijks herhaald, zoodat die zeven ma len in stede van, zoo als vroeger, drie maal hebben plaats gehad. De intrekking van bedeeling aan gezinnen van personen aan den winterarbeid geplaatst, geschiedde voor 80 personen met f54.20 in geld ên 138 brooden ’s weeks. Bij het eindigen van het winterseizoen werd de onder steuning ingetrokken van 187 gezinnen, uitmakende 838 personen tot een bedrag van f 73,40 in geld en 339 kilo grammen brood, en verminderd voor 98 gezinnen 204 personen met f 19.90 in geld en 4 brooden. Hierdoor en tengevolge der sedert 1 Januari plaats gehad hebbende mutatiën, werd de lijst der bedeelden teruggebracht op 516 gezinnen, uitmakende 1208 personen, bedeeld met f393.40 en 534 brooden ’s weeks. Wijzende, in verhouding tot hetzelfde tijdstip des vorigen jaars opnieuw eene vermeerdering aan van 10 gezinnen met f5,30 in geld en 16 brooden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 487