25 187 10 20 20 30 30 40 40 ,50 50 60 60 70 70 80 80 90 I. waren 52 151 135 276 377 250 155 150 94 _1_5 1845 Eene vergelijking dezer opgave met die over 1890 geeft, met opzicht tot de in de zes eerste geneeskundige afdeelingen in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen per sonen in 1891 een lager cijfer aan van 106 gezinnen en van 204 personen (leden des gezins beneden de 18 jaar), terwijl het totaalcijfer der verpleegden in gestichten die dien on derstand genoten, volgens de met 1 Januari 1886 vernieuwde, en met zorg bijgehouden registers. 881 heeft bedragen. Bij het minder aantal in doorloopenden geneeskundigen onderstand opgenomen gezinnen en personen, was het aantal in de zes eerste afdeelingen uitgereikte ziekenbriefjes, die persoonlijk en niet langer dan eene maand geldig zijn in de zes eerste onderstandswijken 481 en in de 7e onderstandswijk. waarin Scheveningen is gelegen, alwaar uitsluitend zieken briefjes zijn verstrekt. 57 meer dan gedurende 1890. De verstrekking van breukbanden, enz. had in 1891 ten be hoeve van 558 personen plaats, terwijl de daarvoor gemaakte kosten, die jaarlijks afwisselen, ditmaal f 263.50 meer dan het vorige jaar hebben bedragen. Met opzicht tot de verpleging in het Ziekenhuis valt te ver melden. dat. terwijl daarin op ultimo December 1890 nog 191 personen in verpleging waren gebleven, blijkens de hier voren staande opgaven, in den loop desjaars. op verklaring van onver mogen werden opgenomen 1654 lijders, welke 1845 personen, samen gedurende 63,371 dagen zijn verpleegd, alzoo 43 verpleegden en 219 verpleegdagen minder dan in 1890. Het aantal verpleegdagen door elkander genomen bedroeg voor ieder ongeveer 34 dagen. Voor die verpleging worden, zooals bekend is, ingevolge Raadsbesluit van 26 Augustus 1884. geen kosten meer vergoed. Van de genoemde 1845 verpleegden beneden het jaar tot 5 jaar oud tusschen 5 en 10 jaar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 497