Bijlage aan den Parallelweg is nog niet een volgend verslag kan worden VERSLAG van het Bestuur der Vereeniging tot verbetering der woningen van de arbeidende klasse te ’s-Gravenhage over het jaar 1891. Het Bestuur verheugt zich dit verslag te mogen aanvangen niet de verklaring, dat onze Vereeniging steeds in gunstigen toestand blijft verkeeren. Aan het voornemen van het Bestuur, om aan de Hoef- kade nieuwe frontwoningen te bouwen, werd in den loop van 1891 uitvoering gegeven. Drie boven- en vier beneden woningen werden door den nieuwen aanbouw verkregenin huur brengen zij op 3.a f 2.50 per week. Deze wo ningen zijn onder leiding van onzen opzichter gebouwd en voldoen goed. De overdracht van grond geschied, zoodat dit eerst in medegedeeld. In de Algemeene Vergadering van 4 April 1891 werden de aftredende bestuursleden, de Heeren J. W. F. Ridder Huijssen van Kattendijke, Mr. W. J. Snouck Hürgronje en dhr. Mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf als zoodanig herkozen, terwijl in 1892 de Heeren Mr. C. Baron van Breugel Douglas, Jhr. L. M. Schüurbeque Boeije, Jhr. Mr. •I. Beelaerts van Blokland en Jhr. Mr. A. L. J. Melvill van Carnbee aan de beurt van aftreding zijn. In het afgeloopen jaar werden tot leden der Vereeniging benoemd de Heeren Jhr. Mr. E. N. de Braüw en Jhr. Mr. G. L. M. H. Ruus van Berenbroek; beide heeren hebben het hun aangeboden lidmaatschap aanvaard. Aan de rekening en verantwoording worden de volgende cijfers ontleend: De wanbetaling bedroeg f 43.35 tegen 10.60 in het vorig jaardoor leegstaan van woningen werd een verlies geleden van f 193.45 tegen f 158.45 in 1890.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 502