ZES EN DERTIGSTE jaarverslag' der Soep-
inrichting voor arme Israëlieten te ’s-Gra-
renhage. 18901891.
het reglement der Soepin richting schrijft
na de goedkeuring der rekening van
verslag opmaakt van de verrich-
en de resultaten der Inrichting
Bijlage
Artikel 9 van
voor, dat de secretaris
den Penningmeester een
tingen van het Bestuur
gedurende de laatste wintermaanden.
Ter voldoening aan die bepaling komt thans uw secretaris
met een verslag, voor de beoordeeling waarvan hi j op grond
van den zeer korten tijd, gedurende welken hij nog slechts
de Inrichting in haar werken en streven kon gadeslaan, een
beroep op de welwillendheid der medebestuurders doet
In het afgeloopen jaar grepen geene gewichtige veran
deringen plaats in het wezen en het beheer onzer Inrichting.
De Inrichting streefde, voor zoover als de nog steeds
niet in bloeienden toestand verkeerende financiën het maar
«enigszins toelieten, haar doel verder na, en ging voort den
armen hun lot te verzachten en hulp te reiken in den vorm
van goede, voedzame soep.
Dezelfde hulpbronnen als het vorige jaar stonden der
Inrichting daarbij ten dienste, opbrengst der jaarcollecte,
vaste jaarlijksche bijdragen en extragiften. Dank zij de mild-
dadigheidszin der Haagsche ingezetenen vloeiden de bijdragen
niet minder ruim dan vroeger. En gelukkig! want de uit
gaven der inrichting stijgen met eiken dag, zoodat vermin
dering der bijdragen achteruitgang zoude zijn.
Het Bestuur der Vereeniging onderging eenige verandering,
vooreerst door het bedanken van den heer C. Stibbe, die
wegens gezondheidsredenen zijn lidmaatschap van het Bestuur
nederlegde. Hem werd door de vergadering dank gebracht
voor den steun der Inrichting langen tijd geschonken.
Voorts nam als nieuwgekozen lid aan de Bestuurstafel