31
liillifii I
r
I
ïOlMn I
i l’sSVÊ»
1 §1 Ml M’s i
ONDERSTEUNDEN.
DIENSTJAAR 1890.
No. 2.
Bijlage
T O T A A L.
A J A M E 11 K A G E N.
1.
3.
5.
6.
4.
236
241
319
364
600
148
UITGAVEN.
Uitgaven niet in de kolommen 1—3 begrepen.
AANMERKINGEN.
in geld.
13.
11.
12-
10.
1
2.
3.
9.
4.
5.
8.
6.
f 15.827.53s f 21 679.59’ f 21 409.67
f 43.089.265
ONTVANGSTEN.
Voordeelig
Optelling
saldo
der
AANMERKINGEN.
kolommen
gelden.
van vorige
provincie
dienstjaren.
1—14.
en
4.
14.
2.
3.
15.
1.
13.
5.
12.
11.
7.
10.
6.
8.
9.
f 1968.75
f 919.88
f65.940.80
f 68.829.43
I
eenloopende
personen.
f 922.62’
b
Konten van
effecten en uit
staande kapitalen,
van houthak. i
veldvruchten,
cijnzen, thijnzen
en alle andere
inkomsten
van bezittingen
en toegekende
rechten.
gedurende liet geheele jaar
onafgebroken, als
Collecten,
inschrij
vingen en
kolom 2
begrepen
giften
eenloopende
personen.
Werk
verschaffing
aan armen,
zonder aftrek
van de opbrengst
I van het werk.
Eenloopende
personen.
(Optelling der
kolommen 2 en 4).
Alle in de
vorige
kolommen
niet begrepen
uitgaven.
Renten
van
opgenomen
of
verschuldigde
kapitalen.
Alle
in de vorige
kolommen
niet
begrepen
ontvangsten.
i f 68.829.43 la. Kosten van het Bestedelinghuis.
b. Belegging van gelden.
Opgenomen
gemeenten, provinciën.
van het
Kijk.
Onderstand van allerlei aard,
niet in de kolommen 5 12 vermeld:
op andere
wijze
of in natura,
tot een
i geldswaardig
bedrag van
Subsidiën
aan
andere
instellingen
van
weldadigheid.
Nadeeelig
saldo
van vorige
dienstjaren.
Optelling
der
kolommen
1 en 4 tot eni
met 12.
Terug
ontvangen
onderstand
krachtens
de artt.
49—52
der
armenwet.
Optelling
der
kolommen
2 en 3.
Herstelling,
onderhoud, be
lastingen en
verdere lasten
van roerende
en onroerende
bezittingen,
en voor alle
kosten van j
beheer.
Opbrengst
van de door
werkver
schaffing
(kolom 6 der i
uitgaven)
verkregen
en verkochte
voorwerpen.
BESTUREN VOOR HUISZITTENDE ARMEN, behoorende tot de instellingen fan weldadigheid, bedoeld bij lift.
a van Art. 2 der Armenwet.
Teruggaaf uit I
de fondsen der
armbesturen aan
de gemeenten
gedaan voor
onderstand door]
deze, zonder
I tusscheukoinst
I van armbesturen,
verstrekt.
Kosten
van verpleging j
van
krankzinnigen
in gestichten i
voor deze.
Subsidiën van
van de
Aflossing van
hypotheken,
koopprijzen
van verkochte
roerende en
onroerende
goederen,
te gelde ge-
maakte effecten,
I inschulden en
andere
bezittingen,
met inbegrip der
I bij de inning
ontvangen renten.
GETAL ARMEN, DIE ZIJN ONDERSTEUND:
j alleen gedurende den winter of slechts
I nu en dan ééns of meermalen, als:
hoofden
van huisgezinnen.
hoofden
van huisgezinnen.
Bedrag der over het dienstjaar
gedeclareerde of in anderen vorm
genoten subsidiën voor
verpleging van krankzinnigen
in gestichten voor deze:
andere
in
stellingen
ii ven vïin
bijdragenweldadig
heid.
f 8.990.—5
a
Erfstel
lingen,
huur- en pacht-
gelden, opbrengst j iC^clt(Hl 611
schenkingen, andere niet in
in den zin
van het
Burgerlijk
W etboek.
Hoofden
van huisgezinnen.
(Optelling der
kolommen 1 en 3).l