32
OPGAVEN omtrent de Spaarbank der Maat
schappij tot »Nut van ’t Algemeen” te
s-Gravenhage over het boekjaar 1891.
No. 3.
Bijlage
M
16534
10276
74.135.85
V
V
10
100
1000
691
5578
7722
2377
166
1.009.236.87
f 2.582.071.08
270.071.06
f 3.591.307.95
Aantal uitbetalingen
Tegoed der inleggers
100 ,r
en booger
f 2,444.868.29
1.072.303.81
„1000
1 tot beneden f’
10
Aantal inlagen in het boekjaar gedaan beneden één
gulden
Aantal inlagen van f
Totaal van het aantal inlagen in het boekjaar gedaan
aan inleggers idem.
aan het begin van het boekjaar
Bedrag der inlagen gedurende het boekjaar
(Hieronder niet op te nemen de rente die bij het
te goed is gevoegd)
Rente aan de inleggers toegekend a 3 pet. (onver
schillig of die rente is uitbetaald, dan wel bij het
tegoed is gevoegdverg, de aanteekeningen op de
volgende bladz.)
Bedrag der uitbetalingen in het boekjaar (hieronder
ook op te nemen de aan inleggers uitbetaalde rente)
Tegoed der inleggers aan het einde van het boekjaar
Bedrag van het reservefonds idem
Overige crediteuren idem
Geheel bedrag der waarden van de bank idem f 2.852.152.14
Is in het afgeloopen jaar ook verandering gebracht
in den rentetax? Zoo ja, wat was aan het einde des
boekjaars het bedrag van den rentetax, waarnaar
aan de inleggers rente wordt toegekend?
Is het kapitaal der bank geheel of ten deele geplaatst
in eene andere spaarbank? Zoo ja, tot welk bedrag
aan het einde des boekjaars?
en in welke spaarbank?