61
f. Gemeentebegraafplaats.
- 472.80
- 635.60
- 15.864.16
- 478.00
f 57.716.78
- 19.677.91
- 196.15
- 190.26
In 1891 werden overeenkomstig de bepalingen der
Verordening in gebruik afgestaan:
in de 1ste klasse 9 grafkelders, waaronder ééne dub
bele grafkelder en 2 grafruimten, waaronder een tot
den aanleg van een kelder voor eigen rekening.
1°. voor het onderhoud en het op diepte houden van
de wateren en grachten, het onderhouden en vernieuwen
f 21.310.30
van de glooiingen en waterkeeringen
2°. voor het onderhouden en vernieuwen
van de kaaimuren en schoeiingen.
3°. voor de zwemscholen
4°. voor palen en ringsteenen
5°. voor beweegbare en vaste bruggen,
het verven en vernieuwen van dekken en
rijvoeringen en het maken van nieuwe
bruggen
6°. voor palen en rasterwerken.
De Algemeene begraafplaats werd naar behooren on
derhouden, terwijl ook aan de beplantingen denoodige
zorg werd besteed. Gedurende het afgeloopen jaar zijn
geleverd 1 stel dekluiken, 8 stel bekistingen en 60 graf
zerken, waaronder 2 voor de le klasse.
Er werden gemaakt 6 enkele en 1 dubbele grafkelder.
Een der wachthuisjes bij elk der beide ingangen werd
ingericht tot bewaarplaats voor gevonden lijken.
De kosten van aanleg en .onderhoud bedroegen
f 6930.49, te splitsen als volgt
1°. voor kistingen en zerken f 2785.94.
2°. voor onderhoud der gebouwen, met inbegrip van
de inrichting der lijkenhuis] es, woning van den opzichter,
vernieuwen van rasterwerk, enz. f 1542.95
3°. voor kelders- 1268.70
4°. voor plantsoen, zoden en mest. f 224.50
5<>. aan daggelden en gereedschappen
6°. voor uitbreiding der graven