83 Aan het verslag omtrent de brandweer, hierachter opgenomen onder bijlage 38, ontleenen wij het volgende: Het aantal branden bedroeg 263, terwijl 133 maal, door middel van brandschellen, noodeloos werd gealarmeerd. Ten einde in de gelegenheid te zijn om spoediger de brandschellen, waarmede gemeld is, te herstellen werd een rijwiel (tricycle) aangekocht, waarop gereedschaps- tasschen zijn bevestigd. Het aantal brandkranen, dat met 36 werd vermeer- nog in behandeling. Éen dergelijke klacht over een van f 700 tegen een schip Engeland in onderzoek. Eenige klachten van schippers van Maassluis tegen Scheveningsche schippers zijn nog nietdoorden bevoegden rechter behandeld, evenmin als een zaak van een schip van Yarmouth tegen een Scheveningschen logger. Een bomschuit werd door een Engelsche schoener, waarvan slechts een gedeelte van den naam bekend was, van zijn geheele vleet gezeild. Ondanks aanhou dende bemoeiingen is het nog niet gelukt dat schip uit te vinden. In 1891 eischte de zee elf menschenlevens, waaronder de geheele equipage van een bomschuit, die in een storm verging. autoriteit werden betaald, terwijl een derde aanvraag bij de Deensche Regeering gedaan nog hangende is. Er werd eeneisch tot schadevergoeding door een reeder van Scheveningen gedaan tegen een smak van Yarmouth. Na eene langdurige correspondentie kwam deze zaak bij minnelijke schikking tot genoegen van beide partijen in orde. Een dergelijke eisch tegen een schip uit Lowestoft zal vermoedelijk tot een civiel proces aanleidinggeven. Bovendien is een klacht van een schip van Lowestoft tegen een Scheveningsch schip ingebracht; de beschul digde partij ontkende alle schuld en sedert is van deze zaak niets meer vernomen. Twee zaken van schepen van Scheveningen tegen 2 vaartuigen van Grimsby, wegens het toebrengen van zéér aanzienlijke schade f 4000) aan de vleet zijn schade ten bedrage van Lowestoft is in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1891 | | pagina 89