105
Aan het verslag omtrent de brandweer, hierachter
opgenomen onder bijlage 36, ontleenen wij het volgende
Het aantal branden bedroeg 244, bovendien waren er 45
brandgeruchten. terwijl 122 maal uit baldadigheid, door
middel van brandschellen, noodeloos werd gealarmeerd.
Voor het afrijden der paarden werd een nieuwe break
aangeschaft. Het aantal ladders werd vermeerderd en
de voorraad slangen uitgebreid.
Het aantal brandkranen, dat met 116 werd vermeer
derd, bedraagt thans 1099 in de openbare straat en 82
in de Gemeentegebouwen.
en tucht onder de zeelieden van Scheveningen op de
vloot lieten niets te wenschen over.
In der minne werden de volgende zaken afgedaan
lo. de gemaakte schade aan vischtuig van een Scheve
ningsch schip door een’ logger van Vlaardingen (f 200).
2o. bet wegnemen van de joon door een schip van Lowe
stoft van de haringvleet van een Scheveningsch schip. De
waarde ad f 12 werd door den Engelschen reeder vergoed.
Voorts werd voor een’ Scheveningschen schipper en de
equipage van zijn schip uit Engeland verkregen f 60
voor het terechtbrengen van 60 in zee gevonden ha
ringnetten van een schip uit Lowestoft, aan hetwelk de
netten op zee waren teruggegeven.
De tusschenkomst van den zee-com missar is te Ostende
werd ingeroepen om onderzoek naar netten, touwen en
brails ter waarde van f 600 door een onbekend ge
bleven schip van Ostende ontvreemd ten nadeele van
een Scheveningsch schip. Dit had voorloopig nog geen
gunstig resultaat.
Het geval deed zich voor dat een buitenman” uit
Katwijk aan zee, die in Mei 1882 tweemaal getracht
had zich onder valsche namen te doen aanmonsteren voor
de haringvisscherij, zich in Mei 1892 wederom wülde
laten aanmonsteren ditmaal onder zijn waren naam.
Hij werd herkend en niet gehuurd.
De vloot breidde zich in 1892 weder uit zoodat ook de
werkzaamheden der aanmonstering steeds steigende zijn.
In 1892 eischte de zee 2 tnenschenlevens.
Voor verlies van kostbare netten door storm bleef
Scheveningen gespaard.