146 2°. Aeitdeniie van beeldende Kunsten. meer de en van Aan liet verslag, uitgebracht door den Riad van Be stuur der Academie van Beeldende Kunsten, opgenomen als bijlage 24. ontleenen wij het volgende De kunstnijverheidscursus wekt meer en belangstelling en breidt zich van lieverlede uit. Even zeer verheugt zich de schildercursus in een voortdurend toenemend aantal leerlingen. Ook de cursus M. O. bloeit. De winteravond-cursus blijft beneden het aantal leer lingen dat vijf a zes jaren geleden zich voor dien cursus aanmeldde. In de groote schilderzaal wordt uitsluitend naar naakt en gekleed model geschilderd en geteekend. Door de uitbreiding van den schildercursus wordt het meer en meer noodzakelijk om voor stilleven-schilderen eene betere ruimte, dan tot dusver doorvoor in gebruik, af te staan. Door den Gemeenteraad werd besloten daar voor in te richten de zolder van het nieuwe gebouw achter den tuin, welke verbetering naar alle waarschijn lijkheid reeds in 1893 tot stand zal komen. Het subsidie der Gemeente bedraagt 14000. Zooveel mogelijk werd bij het onderwijs getracht de practijk aan de theorie te paren door den leerlingen datgene, wat zij op het papier ontworpen hadden, waar mogelijk, in de werkelijkheid te doen bezichtigen. De toepassing van dit beginsel, hoewel niet in alle vakken mogelijk, gaf voor verschillende afdeelingen reden tot tevredenheid. De bibliotheek werd door betere rangschikking voor meer practised gebruik geschikt gemaakt. De Academie werd o. m. verrijkt met eene reeks gips afgietsels, uit het Rijksrnuseum afkomstig. In het personeel van den Raad van Bestuur de leeraren had geene verandering plaats. Het gezamenlijk aantal leerlingen bedroeg in den af- geloopen cursus 531van dit aantal bezochten 290 be talende leerlingen. 27 voor rekening van leden en 42 gratis-leerlingen den winteravondcursus. De schilder klasse bestond uit 37 vrouwelijke en 21 mannelijke leerlingen: de cursus voor middelbaar onderwijs des i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 152