161
HOOFDSTUK XIII.
b. Middelen van vervoer te lande.
De uitkomsten der exploitatie van de verschillende
spoor- en tramwegen blijken uit de volgende cijfers.
Van de Maatschappij tot exploitatie van Staatsspoor
wegen ontvingen wij bericht dat de cijfers betreffende
de exploitatie van hare spoorweg- en tramlijnen nog
niet met juistheid waren op te geven.
Van de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij
ontvingen wij de volgende opgave van de werken in
1892 door die Maatschappij in deze Gemeente uitge
voerd, benevens de statistische gegevens omtrent het
vervoer, voor zoover die verstrekt konden worden.
De bouw van een nieuw stationsvoorgebouw werd 30
November 1891 aanbesteed ten einde eene betere gele
genheid te verkrijgen voor de ontvangst van reizigers
en vorstelijke personen, voor woning van beambten en
voor bureaux.
In verband hiermede worden de personen- en bagage-
tunnels verlengd, een perron langs het nieuwe voorge
bouw gemaakt en de rijtuigkap aan het voorplein en de
stationsverkapping verlengd.
Tevens worden uitgevoerdeene gedeeltelijke afgra
ving en verbreeding van het voorplein, eene verlegging
van den toegangsweg naar het Huijgensplein. de aanleg
van nieuwe trottoirs en van eenig plantsoen en het
aanbrengen van de noodige spoorwegafsluitingen.
Aan de Zuidwestzijde van het stationsemplacement
11
a. Middelen van vervoer te water.
Onder paragraaf VII van het verslag der Kamer van
Koophandel treft men aan het aantal stoombootdiensten
tusschen ’s-Gravenhage en andere Gemeenten des Rijks,
zoomede de tonnenmaat van iedere boot: onder het
zelfde hoofdstuk komt een overzicht voor van de beurt-
veren en markt- of dorpsschuiten.
Inrichtingen, in verhand staande met de uitoefening
van handel en andere bedrijven.