16 Op 18 Juni verliet de Heer A. H. Achterberg, die als hoofd verpleger op de heelkundige afdeeling voor mannen op ge schikte wijze was werkzaam geweest, zijne betrekking, daartoe genoodzaakt door zijn huwelijk met eene der verpleegsters. Met Uw goedvinden werd in zijne plaats aangesteld de hoofd verpleegster Mej. A. Boer, terwijl tevens 2 van de oppassers van genoemde afdeeling vervangen werden door verpleegsters. Op deze wijze is dus reeds voor een groot deel het ver- pleegwerk, ook van mannelijke zieken, gekomen in handen van vrouwelijk verplegingspersoneel. De ondervinding heeft reeds geleerd, dat deze verandering eene verbetering is. Mejuffrouw J. B. Weber werd op 30 April tengevolge van haar verzoek ontslagen als hulphuishoudster. terwijl in hare plaats werd gesteld Mej. M. Akkerhuis, die tot dusver als- 2de hulphuishoudster had gefungeerd. Haar loon werd daar door met 100 gulden verhoogd. Als 2de hulphuishoudster werd op 1 Mei aangesteld Mej. J. E. Hazewinkel. Terwijl J. G. Godefroi en vrouw, die in de 2de afdeeling werkzaam waren geweest, op 30 Juni vertrokken, werd be sloten in die afdeeling geen echtpaar meer aan te stellen, maar in de plaats daarvan eene inwonende vroedvrouw en nog een huisknecht. Deze wijziging is eene verandering ten goede, vooral omdat daardoor onnoodig wordt gemaakt het langdurig zoeken naar de uitwonende vroedvrouw, ’t geen vroeger, vooral wanneer bij nacht hare hulp werd geëischt, groote bezwaren opleverde. Meerdere hulp werd toegevoegd aan de linnenjuffrouw, door de tijdelijke aanstelling van eene naaister, die in de linnenkamer steeds meer dan ruim werk vindt. Als eene gewichtige schrede in eene goede richting mag beschouwd worden de opleiding, die tegenwoordig het ver plegingspersoneel, waaronder meerdere leerlingverpleegsters van het Roode Kruis zijn, geniet en die het in staat zal kunnen stellen, later een diploma als verpleger of ver pleegster deelachtig te worden. De 1ste hulpgeneesheer Dr. Nolst Trenité geeft daartoe een’ geregelden cursus, waarin de zaken theoretisch worden behandeld, terwijl de vele werkzaamheden in het ziekenhuis er voldoende op berekend zijn practische ervaring op te doen. Op deze wijze kan den zieken het zekerst eene goede verpleging worden verzekerd. Belangrijke veranderingen in of aan de gebouwen vonden niet plaats.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 256