3
19
bracht worden met de 22" leiding, die verder als 18" leiding
door den Noord wal gaat.
Voor de voorziening van het Kleine Veentje was reeds
in 1890, tegelijk met den 20" zinker voor de Scheveningsche
leiding, een 16" zinker onder het Ververschingskanaal gelegd.
Thans loopt een 16" leiding door de Marnixkade, gaat met
een 16" zinker onder de Afzanderijvaart door en loopt, steeds
dezelfde capaciteit behoudende, door de Witte de Withstraat
en de Piet Heinstraat.
lie van de fabriek komende en door de Veenkade gaande
15" leiding dient thans uitsluitend ter voorziening van het
Noordelijk deel der stad. Zij gaat door de Toussaintkade en
de Anna Paulownastraut en kan aan het snijpunt van de
Laan van Meerdervoort en de Zeestraat worden afgesloten.
Deze 15" leiding kan door een 16" zinker, gelegen tegen
over de Bilderdijkstraat, met de 18" leiding, die door den
Noordwal gaat, in verbinding worden gebracht. Verder kan
zij door een, aan het einde van de Piet Heinstraat, geplaatsten
16" afsluiter in communicatie worden gebracht met de 16"
leiding van het Kleine Veentje. De diensthuizen, die vroeger
uit de 15" leiding in de Veenkade gevoed werden, zijn over
gebracht op eene nieuw gelegde 5" leiding, die tevens diverse
pijpen uit de 16' leiding komende onderling verbindt.
Verder is de communicatie, die vroeger tusschen de 20"
leiding voor Scheveningen en de leidingen voor het Noordelijk
gedeelte der stad bestond, afgebroken door het plaatsen van
een 18" afsluiter in de Laan van Meerdervoort tusschen de
Anna Paulownastraat en de de Ruijterstraat.
Dit jaar is voortgegaan met het leggen van eene leiding
in elk der trottoirs in de Spuistraat en in de Vlamingstraat.
De leidingen in het midden van deze straten zijn weggenomen.
Aangezien deze trottoirs met asphalt bedekt zouden worden,
werden de gasbuizen in grofgeslagen puin gelegd en verder
de kraanpotten op de aansluitingen der diensthuizen met
roosters gesloten. Op deze wijze zal het gas bij voorkomende
lekken gemakkelijk kunnen ontsnappen.
In eenige nieuw aangelegde straten in de stad en te
Scheveningen werden verder gasbuizen gelegd, en in enkele
straten werden de bestaande buizen door leidingen van
grootere afmetingen vervangen.
Het onderzoek naar lekken in buisleidingen door middel
van proeven met palladiumchloruur werd geregeld voortgezet.