20 bedroeg zulke jonge opvoed- III. Leerlingen. Uit bijlage II blijkt, dat het aantal leerlingen op 1 December 1892 bedroeg 2544, dat is 28 meer dan op 1 December 1891. 't Getal restanten verminderde met ruim 200 en bedroeg nu nog 550. welk getal aanmerkelijk zal dalen, als de school aan den Zwarteweg hare 4 nieuwe lokalen opent en vooral als de nieuwe bewaarschool, tot welker oprichting reeds voor lang besloten is, eindelijk gereed zal zijn. Hoogstwaarschijnlijk zal evenwel, bij meerdere gelegen heid ter plaatsing de genegenheid der ouders om plaatsing te vragen stijgen. optreden. Uwe Commissie meent, dat aan dezen toestand langzamerhand een einde moet komen, vooral nu de akte van onderwijzeres op 18jarigen leeftijd kan verkregen worden. K weekelingen kunnen in de bewaarschool gewichtige diensten bewijzen, bijvoorbeeld bij het uitreiken der leermiddelen, bij het spelen op de speelplaats, bij het werken met de Fröbelgaven enz. Maar ofschoon er bij zijn, die allerliefst met de kinderen omgaan, mag men toch van menschen noch oordeelkundig onderwijs noch eene kundige behandeling der leerlingen verwachten. In de hierbij gaande verslagen van de Hoofden der be waarscholen prijzen dezen in 't algemeen den ijver en lust der onderwijzeressen, evenals hare geschiktheid. Behoudens enkele uitzonderingen kan Uwe Commissie hierin wel méégaan, wat lust en ijver betreft. Wat de geschiktheid aangaat hebben de hoofden, naar de opvatting van de Commissie, wat al te veel rekening gehouden met den goeden wil. Zij hoopt, dat de enkele zeer goede krachten hoe langer hoe meer een weldadigen invloed zullen oefenen. Mag men met de gedachte aan de bezoldiging geene hooge eischen stellen, er zijn er die door aanleg en roeping reeds lang de verhooging verdienden, haar bij den aanvang van dit jaar toegekend. In het belang van het onderwijs acht de Commissie het dan ook gewenscht, dat de bezoldiging, al zij het lang zamerhand, meer in overeenstemming worde gebracht met het gewicht der taak, aan de onderwijzeressen opgelegd. Er ontstonden in den loop van het jaar slechts drie vacatures door vertrek van onderwijzeressen. Het aantal mutatiën in het personeel was daardoor gering en het aantal bevorderingen bepaalde zich dan ook tot slechts vier.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 339