21 en Wethouders vereenigden zich overeen- der lesuren waren daarvan het gevolg. Toch konden de lessen geregeld voortgang hebben, dank zij de medewerking van het geheele onderwijzend personeel, aan hetwelk deswege, evenals den waarnemenden directeur, alle lof toekomt. In de vacature, ontstaan door het overlijden op 24 November 1891 van den heer A altsz. leeraar in het Duitsch, werd voor zien door benoeming op 2 Februari 1892 van den heer K. Mun- tinga, leeraar aan de Rijks Hoogere-Burgerschool te Assen. Tot opvolger van den heer Blüm wees de Gemeenteraad den oden April 1892 aan den heer Dr. C. J. J. Ninck Blok, tot dusverre leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens, met vijfjarigen cursus, in deze Gemeente en dus, voorwaar, geen onbekende. Bereids den 21sten April daar aanvolgende aanvaardde de nieuwe titularis zijne functiën. Hij werd bij de hervatting der lessen na de Paaschvacantie door onzen Voorzitter, in tegenwoordigheid van eenige leden der Commissie, op 26 April 1892 geïnstalleerd. Moge het den nieuwen directeur gegeven zijn de aan zijne zorgen toevertrouwde school tot steeds meerderen bloei te brengen Onze beste wenschen vergezellen hem In ons vorige verslag gaven wij te kennen, dat het ver meerderd schoolbezoek onzes inziens welhaast splitsing der klassen in meer parallel-afdeelingen en daardoor versterking van het onderwijzend personeel zoude noodzakelijk maken. De uitkomst heeft de juistheid dier meening in het licht gesteld. Nadat de Gemeenteraad den 14den Juni 1892 besloten had aan het getal leeraren toe te voegen een’ leeraar met bevoegdheid hetzij voor aardrijkskunde en voor geschiedenis, hetzij voor een dier vakken afzonderlijk, maar dan tevens met bevoegdheid voor eene der drie talen: Nederlandsch, Fransch of Hoogduitsch, werd de heer A. Swets, tijdelijk leeraar aan ’s Rijks Hoogere Burgerschool te Leeuwarden, den 28sten Juli 1892 aan de school verbonden tot het geven van onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis. In overleg met Dr. Dozy, die tot nog toe deze vakken alleen gedoceerd had, werd nu bepaald, dat deze het geheele onderwijs in de algemeene geschiedenis, de heer Swets dat in vader- landsche geschiedenis en aardrijkskunde voor zijne rekening zoude nemen. Burgemeester

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 463