23 van het voor het onderwijs zoo hinderlijke geraas, de straten langs het gebouw gelegen met asphalt te dekken. 4. Personeel. Onder verwijzing naar het Verslag over het vorige jaar zij hier aangeteekend, dat de lessen in het Engelsch van 1 Januari 1892 tot het einde van den cursus in deklassen Illa, IV en V werden gegeven door den heer P. Fijn van Draat. leeraar aan het gymnasium te Leiden, en in de klassen IIIó en VI door den heer C. van Tiel, leeraar aan de Hoogere Burgerschool met ójarigen cursus alhier. Ter voorziening in de vacature van den heer Berkhout werd eene aanbeveling ingediend, bestaande uit de heeren R. ten Raa, leeraar aan het gymnasium te Delft, en M. G. van Neck, leeraar aan het gymnasium en de Hoogere Burger school te Breda de Raad benoemde den eerstgenoemde in zijne zitting van 14 Juni. Door den leeraar in het Duitsch, den heer J. H. Blum, werd verzoek om ontslag ingediend, hetgeen hem door den Raad op 19 April eervol werd verleend, met ingang van 1 Mei. Dientengevolge moest eene tijdelijke regeling voor het onderwijs in het Duitsch worden getroffen. Dit werd tot het einde van den cursus gegeven in de klassen 11a en III door den heer K. Muntinga, leeraar aan de Hoogere Burgerschool met Sjarigen cursus alhier, en in de klassen Hó, IV, V en VI door den heer A. L. Schmidt Jr., leeraar aan de Hoogere Burgerschool met öjarigen cursus alhier. Uit de door Curatoren ingediende aanbeveling voor de benoeming van een’ nieuwen leeraar in het Duitsch, bestaande uit de heeren Dr. E. F. Kossmann, leeraar aan het gymnasium en de Hoogere Burgerschool te Tiel. en M. Horn, leeraar aan het gymnasium en de Hoogere Burgerschool te Schiedam, werd op 28 Juni eerstgenoemde benoemd. Wegens het groot aantal leerlingen bleek reeds in den aan vang van het jaar, dat het bij het begin van den nieuwen cursus noodzakelijk zou zijn de IVe klasse te splitsen. Hiervan zou het gevolg moeten zijn de vermeerdering van het onderwijzend personeel met een’ leeraar in de oude talen, terwijl de lessen in de andere vakken onder de tegen woordige leeraren konden worden verdeeld. Een voorstel van Curatoren in bovengenoemden zin werd door den Raad goedgekeurd op 19 April, waarna door hen eene aanbe-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 488