23 Bijlage V. elf verdeeld, en 24 Juni, van het gymnasium aan over het eindexamen, VERSLAG tan den Rector het College van Curatoren, gehouden in 1892. De 2de alinea van artikel 5 van bet Koninklijk besluit van 21 Juni 1887 (Staatsblad No. 106) luidt aldus: „Acht de gecommitteerde of de meerderheid der examinatoren of .die der gecommitteerden het noodzakelijk, dat de duur van het Den 22. 23, 24, 25 en 27 Juni hebben, onder praesidium van den ondergeteekende, de leeraren van het gymnasium de twee en twintig leerlingen der zesde klasse volgens artikel 11 der wet geëxamineerd ten overstaan van drie gecommitteerden der Regeering, namelijk de heeren Dr. A Pierson, hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam, Dr. J. Woltjer, hoogleeraar aan de school voor hooger onderwijs genaamd De Vrije Universiteit, te Amsterdam, en Dr. D. J. Korteweg, hoogleeraar aan de Universiteit van Amsterdam. Het getuigschrift werd verlangd voor de faculteit der godgeleerdheid, der rechtsgeleerd heid of der letteren en wijsbegeerte, door zeventien leerlingen voor de faculteit der genees- of der wis- en natuurkunde, door vijf leerlingen. De examinandi waren in twee groepen van waarvan de eerste werd geëxamineerd op 22, 23 de tweede op 24, 25 en 27 Juni. Eerste groep. De leeraars vergadering, die op 24 Juni na afloop van het examen ten overstaan van de gecommitteerden werd gehouden, kwam tot het resultaat dat één leerling moest worden af gewezen, dat aan de tien anderen het getuigschrift kon worden toegekend, en dat, zoo er onder die tien mochten zijn die naar het gevoelen der gecommitteerden zouden moeten worden afgewezen, voor die leerlingen verlenging van het examen volgens de 2de alinea van artikel 5 van het Koninklijk besluit (x) noodzakelijk was. Dit subsidiair

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 502