25 het De verpleegkosten dezer 263 personen, waarvan op ultimo December nog 179 werden verzorgd, bedroegen over geheele jaar f 14.903.09. Met opzicht tot de verpleging in de koloniën der Maat schappij van Weldadigheid zij vermeld, dat, ingevolge de in 1819 en 1821 gesloten contracten, aldaar nog voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur gevestigd waren 5 huisge zinnen die echter als vrijboeren geene kosten aan het Arm bestuur veroorzaken. Daarenboven werden voor zijne rekening in die stichting verpleegd zes kinderen, waarvan een in staat om in haar onderhoud te voorzien, is ontslagen, zoodat nog vijf kinderen in verpleging zijn gebleven. Tevens werd, ten behoeve van een aldaar geplaatst gezin en twee bejaarde vrouwen, die niet zonder onderstand in hun onderhoud kunnen voorzien, als vroeger eene wekelijksche toelage voor rekening van het Burgerlijk Armbestuur verstrekt. Ter zake van deze ondersteuning en verpleging werd over 1892 aan de Maatschappij van Weldadigheid betaald f 790.41 1j2 tegen f697.32 in 1891. Tot de mededeeling overgaande van hetgeen betrekking heeft op de verstrekking van genees-, heel- en verloskundige hulp, herinnert het Burgerlijk Armbestuur, dat, zooals trou wens reeds in het vorige verslag is vermeld, de he r A. de Niet Mz. op 6 Januari 1892 de betrekking van Gemeente arts te Scheveningen heeft aanvaard. Nadat bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 22 Juli 1892 en dat van 5 September 1892, op daartoe gedaan verzoek, een eervol ontslag als Gemeentevroedvrouw. met toekenning van eenig pensioen, is verleend geworden aan de juffrouwen M. J. van den Hoogenband wed. J. P. W. Zwennis en J. Klijbebgen wed. J. Wedepoel, respectievelijk met ingang van 1 Juli en 1 October van dat jaar, zijn door die vergadering bij besluiten van dezelfde dagteekeningen, tot Gemeentevroedvrouwen benoemd geworden, mejuffrouwen J. W. Olthof en F. J. Verhaegen geb. Rikkeks. Wijders vestigt het Burgerlijk Armbestuur de aandacht op den navolgenden staat

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 527