VERSLAG der Kamer van Koophandel en Fabrieken nopens den staat van Handel, Nijverheid en Scheep vaart in de gemeente s-Graverihage over het jaar 1892. van Koophandel en Handel, Nijverheid 1. Aluemeene beschouwingen. Vond de Kamer het vorige jaar vrijmoedigheid om in het inleidend woord van haar Verslag er op te wijzen, dat zich op het gebied van Handel en Nijverheid teekenen van meerder leven voordeden, het is haar aangenaam ook thans met ge lijke verklaring haar verslag te kunnen aanvangen. In ver schillende richtingen kan bloei worden geconstateerd en al zou ook veel anders kunnen worden gewenscht, de licht punten mogen niet ondankbaar worden voorbijgezien. In het bouwvak viel veel vertier waar te nemen als ge volg van het verrijzen van geheel nieuwe stadswijken en uitbreiding der bestaande. De bouwvakken in het algemeen hadden daardoor veel werkdoor den aanbouw kwamen echter ook werklieden van buiten de stad zich hier vestigen, hetgeen op de loonen ongunstig terug werkte, tengevolge van de grootere mededinging. Ook de groote Ijzerfabrieken alhier leden onder scherpe concurrentie. Herhaalde malen bleek dat bij aanbestedingen deze firma’s slechts onbeduidend hooger inschreven dan buitenlandsche fabrieken en het werk hun ontging, omdat de voorwaarden zulks eischten. Intusschen moet worden erkend dat de Regeering soms vrijheid vond om ondanks eenig verschil in prijs het werk aan de Nederlandsche nijverheid op te dragen. Deze zaak verdient wel de aandacht, omdat de vraag rijst of de Staat door op die wijze de buitenlandsche mededinging eenigszins te beperken, geene groote weldaad zou bewijzen aan de vaderlandsche industrie, die aan deze kleine bescherming, met betrekking tot openbare aanbestedingen, bij de hooge tarieven en het protectivisme der omringende landen, meer dan ooit behoefte heeft. Bijlage 34

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 566