34 a Juni werd een aan vang gemaakt met was geheel bank in April en Mei, voor welke visch voor de droogerijen, wegens de geringe vangst, hooge prijzen werden betaald. De handel in versche visch op het buitenland, was, evenals het vorige jaar, klein, daar de aanbrengst zelfs niet vol doende was voor het binnenland. Duitschland breidt zijne visscherij zelf uit en ontvangt grooten toevoer uit het Noorden de handel in dit artikel gaat dus onder deze omstandigheden niet vooruit. De verzending van rog naar België, waar deze vischsoort zeer gewild is, wordt steeds minder door de geringe vangst. De handel in tong op Engeland zou steeds levendig zijn indien de vanst ruim gonoeg was. De prijs van deze visch was zeer dikwijls f 1 tot 1.50 eene te buitensporige som om van verzending naar het buitenland eenig succes te kunnen verwachten. De aanvoer van visch uit Engeland en Denemarken ging achteruit, zeker ook in verband staande met geringere vangst aldaar. Tegenover dien achteruit gang staat de ontdekking eener nieuwe visscherij bij Ijsland, waar de visschers uit Denemarken en Engeland goede hoe veelheden schol vingen, die deze vischsoort zoutten en naar hier ten verkoop zonden. Van April tot Juli werd hier 800 ton aangevoerd en reeds nu is ongeveer een- ongeveer zelfde hoeveelheid aanwezig. In het begin van de haringvisscherij. De voorraad van 1891 was geheel ver bruikt. Aan deze visscherij werd deelgenomen door 218 bommen en 36 loggers. De haringvangst was, wat de vangst betreft, zeldzaam gunstig, veel gunstiger dan in voorgaande jarende prijzen waren evenwel door elkander zeer laag, zoodat het resultaat onvoordeelig was en de visscher dikwijls moedeloos werd, dat hij eene zoo groote hoeveelheid haring moest verwerken voor eene geringe verdienste, terwijl de reeder veel meer onkosten had, dan de opbrengst van het artikel bedroeg. Hoewel de gemiddelde besomming niet met volkomen juistheid kan worden opgegeven, mag men bij benadering veilig aannemen dat door elkander per bom f 4900 werd besomd, tegen f 8400 in het vorige jaar. De verliezen aan vischwant waren gering, dank zij het bestendige weer; van stormen had men weinig te lijden. Ook had men gedurende deze visscherij geen verlies van bommen te betreuren; slechts twee menschen kwamen in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 574