I
I
36
J
die brandschellen, die het meest aan baldadigheid bloot
staan, in ernstige overweging worden genomen.
Onder bovengenoemde branden zijn er twee, die in Rijks-
gebouwen plaats hadden, n.l. een schoorsteenbrand in het
Koninklijk Paleis in het Koordeinde en een binnenbrand in
het Gebouw der Tweede Kamer.
Met den bespannen slangenwragen werd 373 maal uitge
rukt, met den kleinen slangenwagen en den ladderwagen
te Scheveningen 22 maal, met de bespannen handspuit 1
maal, met de stoomspuiten 13 maal.
De Politie rukte 18 maal met een slangenwagen uit; de
Grenadiers verschenen 1 maak met hun bluschmaterieel bij
brand.
Het materieel der Politie is 8 maal gebruikt, 4 maal be
diend door agenten.
De vrijwillige brandweer rukte 1 maal uit. n.l. de 2 spuiten te
Scheveningen bij den brand in het Restaurant „de Walvisch”.
Van de vrijwillige brandweer of van militaire hulp is
echter bij brand geen gebruik gemaakt.
Tot brandblussching werd wederom hoofdzakelijk gebruik
gemaakt van de Waterleiding; bij alle zware branden werd
aan het Pompstation der Waterleiding geseind, om „hoogen
druk’’ te geven. Bij de zware uitslaande branden in per-
ceelen Koordeinde 64, Jaeob-Catsstraat 2 en een ongenum
merd perceel (een in aanbouw zijnde villa) aan het Be-
zuidenhout werd met de stoomspuit water gegeven, die bij
den brand in het Koordeinde werkte op de brandput, stelsel
Stang, tegenover het Koninklijk Paleis.
De brand in het Gebouw der Tweede Kamer werd ge-
bluscht met behulp van de in dat Gebouw aanwezige
binnenbrandkranen.
Op het terrein van den brand zijn 33 vrijwilligers aan
genomen voor het vasthouden der paarden, wanneer de
brandwacht-koetsiers bij de blussching moesten helpen,
terwijl daarenboven 20 maal de diensten van politieagenten
en vrijwilligers gerequireerd werden.
Er zijn 249 premies uitgekeerd aan personen, die het eerst,
door mondelinge aanzegging of door middel van brand
schellen, van het ontstaan van brand aan het Gentraal-station
kennisgaven, terwijl 8 maal premies zijn toegekend voor ont
dekking of hulp bij het ontdekken van personen, die zich
aan noodeloos alarmeeren schuldig maakten.