L
72
kunnen voldoen, omdat de afmetingen, die ten minste
15><7'/2 Meter zouden moeten bedragen, zulks ónmo
gelijk maakten, daargelaten nog dat van liet overbrengen
van eene op zich zelf reeds zoo bezwaarlijk te ontsmetten
inrichting als eene houten barak door en naar verschil
lende dicht bebouwde gedeelten der Gemeente, versprei
ding van besmetting kon worden geducht.
I)e door den Inspecteur gegeven wenk, dat zooveel
mogelijk mocht worden tegengegaan het door buren
noodeloos in en uitloopen van besmette woningen, is ter
kennis gebracht van den Hoofdcommissaris van Politie,
en heeft de Commissaris van Politie te Seheveningen
medegedeeld, dat door hem en door zijne hoofdagenten
der 1ste klasse aanhoudend is gewaarschuwd.
Het is P> urge meester en Wethouders aangenaam ge
weest. den Inspecteur te kunnen mededeelen. dat het
Burgerlijk Armbestuur zich had bereid verklaard, voor
zoover het tot zijne bevoegdheid behoorde mede te werken
zoowel wat betreft de overbrenging van lijders naar de
barak, als liet van hen verwijderd houden van belang
stellende buren en betrekkingen.
Het armbestuur heeft den arm verzorger machtiging
verstrekt1° om, ten einde den voortgang van den
typhus te beperken, te trachten liet vervoer van lijders
naar het Gemeenteziekenhuis of de barak te bevor
deren, de achterblijvenden te gemoet te komen en de
daarvoor benoodigde gelden uit te geven 2". om zorg te
dragen dat in geval van ontsmetting of vernietiging
van besmette goederen, de eigenaren volkomen schade
loos werden gesteld en zoo noodig voorstellen in te dienen
tot aanvulling der verstrekte gelden, ten einde achter
houding van besmette goederen te voorkomen en over
gave daarvan te bevorderen.
Maatregelen, als bedoeld in de artt. 4. 5 en 6 der
aangehaalde wet zijn zooveel mogelijk toegepast.
Burgemeester en Wethouders hebben den 22sten Maart
onder de aandacht van Gedeputeerde Staten gebracht
de omstandigheid, dat in het toenmaals jongst verloopen
tijdvak van 40 dagen het aantal aangiften had bedragen
6, verdeeld over 2 straten, dat de laatste aangifte was
van 10 Maart en dat de laatste overlijdensaangifte.
waarbij de geneesheer geen blijk had gegeven van eigen