73
Memorie van antwoord betreffende het Vde Hoofdstuk der Staats
begroting, bl. 21.
In den loop van het jaar zijn tien gevallen aangegeven
van Cholera asiatica: zij kwamen voor tusschen 30 Au
gustus en 22 November: vijf der lijders zijn overleden.
Hoezeer blijkens de mededeeling der Regeering zelden
het cholera-gevaar op zoo onverwachte en tevens zoo
ernstige wijze en dit zelfs langs wegen, waarop men
vroeger niet bedacht schijnt te zijn geweest van nabij
heelt gedreigd, als ditmaal het geval is geweest had
het plaatselijk bestuur, verre van dooi- de bedoelde ziekte
gevallen te zijn verrast, tal van maatregelen reeds sedert
den aanvang van Juli genomen en voorbereid, is de eerste
lijder onverwijld kunnen worden opgenomen in een ge
bouw aan het einde van het Huijgenspark, dat later
voor z. g. quarantaine-huis of afzonderingslokaal voor
de omgeving van aangetasten benuttigd werd, en konden
reeds de drie volgenden worden opgenomen in eene Cho-
lera-barak aan den Z.-Buitensingel: de zes laatsten konden,
ondanks de uitmuntende gelegenheid tot opneming in
barakken geboden, lot de overbrenging derwaarts niet
worden bewogen.
Het was verkieslijk voorgekomen de bij het Gemeente-
twijfel, was van 5 Februari. Den döden April wezen zij
andermaal op de toenmaals bekende cijfers van aan
gifte en overlijden, en veroorloofden zij zich te verzoeken,
dat de opheffing der epidemisch verklaring mocht wor
den in overweging genomen. Den 2den Mei heeft die
opheffing plaats gehad.
In de vergadering van den Geneeskundigen Raad van
Zuid Holland van 10 Augustus zijn door den Inspecteur
nopens de houding van het Gemeentebestuur in zake
typhus te Scheveningen min gunstige mededeelingen
gedaan, en door leden van dien Raad in dienzelfden
zin besprekingen gehouden: van een en ander is door
Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad
(in de bijlagen der handelingen van den Gemeenteraad
van 1802 No. 464 en van 1893 No. 28) de volslagen
on j u i s th ei d aangetoond