85 liet Rijk en niet ten be- omdat. indien men dien weg tiental patiënten zal blijven. De vraag van dr. van Tienhoven in de Raadsvergadering van 31 Januari 1893 had op dit onderwerp betrekking. zelf heeft te waken en opgaat, het niet bij een doch, blijkens opgedane ervaring bij epidemiën in ge vangenissen. er kans op bestaat vele lijders te zullen moeten opnemen, waardoor al de ruimte in de barakken der Gemeente zou worden ingenomen, waarbij nog komt dat in dat geval de gelden voor de barakken zouden zijn besteed ten behoeve van hoeve van de Gemeente 4". Burgemeester en Wethouders, aangezien blijkt dat het Rijk bij de cellulaire gevangenis eene inrichting voor besmettelijke zieken wil doen bouwen en zij dit plan tot eiken prijs willen verijdelen, aan het Rijk terrein willen aanbieden voor dien bouw 5°. indien aan het Rijk zal worden te kennen ge geven. dat in de barakken der Gemeente gevangenen kunnen worden opgenomen, er geen bezwaar bestaat, die gevangenen over te brengen naar eene Rijksbarak op hetzelfde terrein. Burgemeester en Wethouders hebben overwogen dat in de cholera-barakken klassenverdeeling niet mo gelijk is; dat de opneming uitsluitend terbeoordeeling van het plaatselijk gezag, door deskundigen voorgelicht, behoort te blijven dat de afzondering van cholera-lijders in booger mate dan die van gewone ziekenhuis-patiënten moet gerekend worden te geschieden in het algemeen belang en derhalve, voor zoover hunne overbrenging naar eene barak kan beschouwd worden tot den werkkring der Gemeente te behooren, betaling minder eigenaardig op hare plaats is en dat het daarom niet wenschelijk is voor gewone ingezetenen een tarief vast te stellen. Ter opneming van lijders aan besmettelijke ziekten zijn thans beschikbaar: lo. eene uit barakken bestaande duurzame inrich ting. als bedoeld wordt bij art. 3 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 131). bij het Gemeentezie kenhuis en niet bestemd voor de opneming van cholera- lijders 2o. eene lijdelijke inrichting, eene loods van ruw hout

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1892 | | pagina 91