120 In het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen werden weder verschillende tooneelvoorstellingen, concerten, enz. gegeven. In den Franschen Schouwburg werden als nieuwe opera’s opgevoerd: «CavalleriaRusticana», lyrisch drama in een bedrijf van den Itialiaanschen componist Pietro Mascagni en Samson et Dalila», groote opera in vier be drijven van den Franschen componist Camille Saint-Saëns. Voor deze beide stukken werden grootendeels nieuwe décors aangemaakt. Het herstellen en bijwerken van bestaande décors werd voortgezet. Betrekkelijk den toestand der gebouwen verwijzen wij naar de mededeelingen in Hoofdstuk V. litt. A. Aangaande het verzoek der Naamlooze Vennootschap »’s-GravenhaagscHe Schouwburgmaatschappij” o. m. om haar het bestaande Schouwburggebouw voor den duur der Vennootschap af te staan en haar te machtigen dit gebouw volgens overgelegde ontwerpen te verbouwen waarvan in ons verslag over 1892 melding werd ge maakt kunnen wij thans mededeelen dat wij na ernstig onderzoek der ingediende plannen Uwer Ver gadering een ingaan op het verzoek moesten ontraden. Ons advies bleef evenwel buiten behandeling, dewijl de adresseerende Vennootschap, na het bekend worden daarvan, zich tot den Raad wendde met de mededeeling dat zij in de gegeven omstandigheden gemeend had het naast het Schouwburggebouw aangekocht pand op pas sende wijze te moeten verhuren: dat zij intusschen zich niettemin diligent wenschte te verklaren en daarom, den tusschentijd benuttigende tot een nader grondig onderzoek der gemaakte opmerkingen, de aanhangige onderhandelingen als geschorst beschouwde en zich voorstelde te zijner tijd op de ingediende plannen terug te komen. Tot dit einde verzocht de adressante nader de door haar aangeboden teekeningen weder te barer beschikking te stellen, aan welk verzoek bij Raadsbe sluit van 21 November werd voldaan onder de uitdruk kelijke verklaring, dat die teekeningen in het vervolg niet meer dezerzijds den grondslag van bespreking of beschouwing zouden kunnen uitmaken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 126