8 Burge van Op 1 Januari 1894 bestond het College meester en Wethouders uit de heeren De heer J. P. Havelaar nam ontslag als lid van den Gemeenteraad. Op het einde van het jaar was in de vacatures nog niet voorzien. b. Het College van Burgemeester en Wethouders Bij Koninklijk besluit van 1 September 1893 no. 4 werd Mr. A. J. Roest herbenoemd tot burgemeester. In de vacatures van wethouder, ontstaan door de periodieke aftreding als wethouder van Dr. J. Th. Mouton en Jhr. Mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf en door de periodieke aftreding als Raadslid van Mr. F. A. P. baron Wittert van Hoogland en Mr. J. H. C. Lisman werd voorzien door de herbenoeming van de heeren Mouton, Repelaer van Molenaarsgraaf en Wittert van Hoogland en door de benoeming van Mr. M. W. baron du Tour van Bellinchave. Mr. A. J. Roest, Burgemeester Mr. M. W. baron du Tour van Bellinchave. Dr. J. Th. Mouton Mr. F. A. P. Baron Wittert van Hoogland. Jhr. Mr. O. J. Repelaer van Molenaarsgraaf. door den Burgemeester wordt eene jaarwedde genoten van8.000 en door eiken Wethouder van- 2.000 Het toezicht op de verschillende takken der Gemeen tehuishouding werd verdeeld, als volgt Algemeene Zaken, Nationale Militie en Schutterijde Burgemeester Openbare werken en eigendommen: de Wethouder Mr. M._ W. baron du Tour van Bellinchave; Onderwijs: de Wethouder Dr. J. Th. Mouton; Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister: de Wethouder Mr. F. A. P. baron Wittert van Hoogland; Jaar van aftreding. 1899 1896 1899 k 1896 2 1899 G

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1893 | | pagina 14