19
proef,
II. Het Openbaar Onderwijs.
1. Regeling van het Onderwijs.
In 1893 verscheen ééne Verordening (No. 3), opnieuw
het aantal der openbare lagere scholen vaststellende.
Op 1 April werden in gebruik genomen de kostelooze scholen
aan den Zwarteweg en het Rijswijksche plein; op 1 Juli
werd de burgerschool aan de van-Merlenstraat in hulplokalen
geopend en op 1 October eveneens in hulplokalen de kostelooze
school aan de de-Gheijnstraatvoorts werd op 16 October
het nieuwe schoolgebouw aan de Bleekerslaan betrokken.
Door den Gemeenteraad werden de volgende besluiten
genomen
21 Februari tot aankoop van acht huisjes aan de oostzijde
van de kostelooze school aan het Kortenbosch tot vergrooting
der speelplaats en tot verbetering van het licht in eenige
lokalen dier school.
25 Mei tot stichting eener kostelooze school op een terrein
aan de Hoefkade en bij de Fannius-Scholtenstraat.
6 Juni tot aankoop van grond achter de Gemeenteschool
aan de Badhuiskade in verband met het vergrooten der
speelplaats dier school en het stichten eener zeevaartschool
te Scheveningen.
31 Juli tot vermeerdering van het aantal Herhalingsscholen
A door, met ingang van 1 October 1893, in het gebouw
der tusschenschool aan de Kerkstraat, bij wijze van
zoodanige school te openen.
21 November tot bestemming van een terrein aan de
geprojecteerde straat in het verlengde der de-Gheynstraat
voor den bouwr eener kostelooze school.
5 December tot bestemming der kostelooze school aan de
Roggeveenstraat tot eene tusschenschool, met ingang van
1 April 1894.
Voorts werden gelden toegestaan voor de verbouwing en
vergrooting der burgerscholen aan den Zuid wal en aan de
Atjehstraat.
Vier der jongst benoemde Hoofden richtten zich tot den
Gemeenteraad met een adres waarin zij betoogden dat
hun aanvangsalaris te laag is en de tegenwoordige wijze
van verhooging van salaris beter geregeld behoorde te
worden. Aan de uitnoodiging tot onze Commissie gericht
om hen te steunen, werd gehoor gegeven. Wij wendden